Sensationele première
Een opmerkelijk artikel uit 1935 over de première aan van de poppenanimatiefilm Het Etherschip uit 1934.
De journalist is lyrisch over het vernuft van deze filmische technische vernieuwing die filmpionier George Pal in 1935 voor Philips laat zien.
Opmerkelijk
Het bijwonen van een filmvertoning was in die tijd een beleving op zich. In deze beleving ging George Pal twee stappen verder. Het Etherschip is een animatiefilm die bovendien in kleur is uitgebracht. Een dubbele sensatie voor de bioscoopbezoeker. Veel bioscoopbezoekers uit deze tijd hadden nog nooit een animatiefilm gezien.
Uit dit artikel blijkt dat Philips het medium 'Reclamefilm' uiterst serieus neemt. Hier wordt zelfs gesuggereerd dat de George Pal studio in eigendom is van de elektronica-gigant. Verder wordt specifiek genoemd dat de film in 35 taal-varianten wordt uitgebracht. In de praktijk zullen dit de vooral varianten zijn in de begin- en eindtitels, omdat het geluid alleen geheel instrumentaal is.
De film Het Etherschip - The Ship of Ether (1934) is op deze website te zien.
Veel technische medewerkers van George Pal zijn na diens vertrek naar Amerika overgestapt naar de Geesink studio’s.
Tekst uit artikel
"FILMNIEUWS"
Nederlandse reclamefilms - “Een succes voor Philips”.
Gistermiddag heeft de I.C.R.O. ons in het Odeon theater de nieuwste producten getoond van de reclamefilm industrie in de studio’s van Philips.
Zoals men waarschijnlijk weet, wordt de laatste tijd in Eindhoven veel aandacht geschonken aan de reclamefilm. Omdat het buitenland al veel verder op de dit terrein was, heeft Philips een bij uitstek deskundig regisseur, GEORGE PAL, een Hongaar, aan het hoofd gesteld van dit reclamefilmbedrijf, waar verder alleen Nederlandse kunstenaars en technici werken.
Met de films, die gisteren werden gedraaid, toonde Philips aan de zaak goed aangepakt te hebben. Nog meer dan dat, met de nieuwe reclamefilm voor radiotoestellen hebben de mensen uit Eindhoven een werk geleverd dat de vergelijking met elke buitenlandse reclamefilm, die wij hier hebben gezien, glansrijk kan doorstaan.
De film, die wij op het oog hebben, zagen wij in de Engelse versie. Er zijn niet minder dan 35 verschillende versies in de maak: “The Ship of the Ether”. Zij toont ons in kleuren en klanken hoe veilig men door de ether kan varen, als de Philips-loods aan het roer staat.
De kleurenfilm is van een verbluffende schoonheid. Nergens zagen wij zulke geraffineerd verfijnde en artistieke kleurencombinatie als in dit meesterwerkje van George Pal.
De voorgestelde personages zijn hier poppen. Ze zijn zeer kunstzinnig gesneden en aangekleed. Men hoort en ziet Lucienne Boyer (Radio Paris); een Tiroler (München), een harmonica spelende boerin (Hilversum), een Carmen (Radio Roma) en welke populaire figuren uit de ether al niet meer.
Met een bijzonder originele vondst demonstreert Pal de selectiviteit van het radiotoestel. Zodra de alarminstallatie van de wereldontvanger afgaat en een storing meldt, valt een doorzichtig scherm over de schreeuwer. Hij blijft vervolgens verbluft de onverbiddelijke Philips-loods aanstaren.
*****
Dezelfde dag, en wel in de avond, hebben wij nog meer reclamefilms gezien, in het Excelsior-gebouw, tijdens een drukbezochte bijeenkomst van de “Club van Veertig”; een nieuwe vereniging die zich ten doel stelt “te streven naar bevordering van alles wat er toe kan leiden de reclame tot ontwikkeling te brengen.”
Op deze bijeenkomst heeft de voorzitter, de heer G.E. Bouwmeester, een tiental korte reclamefilms toegelicht. Hij had hiertoe uitsluitend werk van Julius Pinschewer gekozen, een Duitser, die in het buitenland veel bekendheid geniet.
De films die we van hem zagen, waren op één uitzondering na, allen in het buitenland gemaakt. De Nederlandse productie was bovendien zeer middelmatig. Velen zullen van Pinschewer zijn Bi-Arlita film herinneren. Hij is een kundig en ervaren vakman en zijn producties staan gewoonlijk op een hoog niveau. Maar het is jammer de bezoekers van deze avond niet het werk van George Pal hebben kunnen zien, van eerder deze dag. Zij zouden dan tot de overtuiging zijn gekomen dat Nederlandse industriëlen heus niet alleen naar het buitenland hoeven uit te wijken voor reclameproducties. Zelfs het nieuwste werk van Pinschewer niet het niveau kan evenaren van de nieuwste schepping uit de George Pal studio’s.
Overigens is ons nog een ander goed werk van Nederlanders op dit terrein bekend. Het verwondert ons dan ook dat De Club van Veertig op haar eerste bijeenkomst een programma heeft bracht waarop het Nederlandse werk schitterde door afwezigheid.
"Het Vaderland". 7 maart 1935