user_mobilelogo

These items are only available in Dutch. Translation offered by Google. Please select a language.

The Big Four

1947

Hoe kwam een Nederlandse Poppenfilm tot stand

Rapportage in weekkrant

The making of The Big Four, (1947)

Verslag met een rijke fantasie

Doorbraak van Joop Geesink 

Dit artikel verscheen in januari 1947. Het beschrijft het proces van conceptontwikkeling tot eindproduct van de film "The Big Four" die naderhand zou leiden tot de grote doorbraak van Joop Geesink als poppenfilmspecialist.

De Tweede Wereldoorlog 1940-1945 had de Nederlandse filmindustrie nagenoeg stilgelegd. Joop Geesink had in de beginjaren van de oorlog een samenwerking met Marten Toonder waarbij een serie tekenfilms van Tom Poes werd gemaakt.
Geesink kreeg door dat het brengen van een goed verhaal graag werd overgenomen in de journalistiek. Promotie in een krant had destijds een enorme impact, omdat andere media als radio of televisie nauwelijks toegang hadden tot de consumentenmarkt.

Het Kompas, 11 januari 1947

Technische feiten

De lezer leert dat de oude Joop Geesink films een 'gat' opvulde binnen de reclame-uitingen:
• Bioscoopreclame was in een pril stadium. Om die reden kon Joop Geesink een filmplan bedenken en deze vervolgens aanbieden aan een adverteerder. Als hij daar aanleiding voor zag, verstrekte hij de opdracht tot productie.
• Lange reclamefilms met een hoog amusementsgehalte als deze werden gezien als voorprogramma van de hoofdfilm.
• De studio heette toen nog geen ‘Joop Geesink’s Dollywood’. Vanaf 1947 werd de naam voor het eerst genoemd.
• De film is gemaakt in naar 1946 en uitgebracht in anno domini (‘het jaar des Heren’) 1947.
• De productietijd van The Big Four staat beschreven op 2 maanden. In een tijd van enorme schaarste aan alles, in combinatie met het ontbreken van studioroutine, was dit een krappe productietijd.
• De poppenkoppen werden van gebakken klei geproduceerd. Later werden dit uit hout gesneden modellen en gipsafdrukken)
• Dit artikel noemt de ‘all round animeerbare’ pop. Dit was ter onderscheid van de toen nog bekende productiemethode van George Pal, die met voornamelijk houten fases werkte, die niet flexibel waren.
• De animator Joszef Misik wordt genoemd, hoewel met een consequente tikfout in zijn naam. ('Micek') Deze Hongaarse Misik was afkomstig uit de George Pal studio, nadat Pal voor de nazi’s was gevlucht. Hij was animator.
• Voor het eerst wordt de naam van de componist "De Groot" genoemd. Dit is Hugo de Groot (1897-1986)

Fabeltje

De dramatisch beschreven ontstaansgeschiedenis van het concept met de zoektocht naar het ideale script is een fabeltje. Het concept van deze film had Joop Geesink gedurende de oorlog al meerdere keren succesvol ingezet in korte strips en andere uitingen, waaronder spotprenten. Maar tja, smakelijke verhalen sloegen toen ook aan.

Overdrijven

Het interview is rijkelijk voorzien van hoogdravende teksten. Waar nodig geeft de redactie van deze site een korte toelichting..

(Bron: Weekkrant De Kompas, 11 januari 1947)

Tekst uit artikel:

THE BIG FOUR
of: Hoe kwam een Nederlandse Poppenfilm tot stand

Plaats van handeling : Amsterdam, Studio Joop Geesink, Anno Domini (= in het jaar van de Heer – RED) 1946.

Ik zal u vertellen hoe een poppenfilm tot stand komt, waarvan ik de wordingsgeschiedenis meemaakte : "The Big Four", het 3-minuten filmpje, dat dezer dagen in onze bioscopen
rouleert en dat gemaakt werd voor een bekende theefirma hier te lande.
Geesink kreeg, opdracht een reclamefilmpje te maken, geheel naar eigen ontwerp en idee. Een mooie opdracht, maar een, die nogal hoofdbrekens kostte.
Het idee kwam namelijk niet zo vlot als Geesink wel wenste. Hij bezocht de fabriek, bezocht het nog eens een keer en keerde mistroostig terug, dwaalde langs Amsterdamse grachten en pleinen op zoek naar HET (idee – RED). Stond er mee op en ging er mee naar bed, ijsbeerde door het kantoor en atelier en door plassen en belandde eindelijk zo tegen, de schemer in een oord, waar men in steelloze glaasjes weer iets zeer ouds schenkt. En zie, ineens kwam ‘HET’. Geesink holde dwars door spitsurenverkeer en scabreus weer naar zijn kantoor, plofte achter zijn schrijfmachine en schreef in ‘einem Gusz’ ( = “in eens gegoten, uit één stuk, een volmaakt en afgerond geheel – RED) het scenario. Het idee, de ruggengraat van The Big Four.

Diezelfde avond nog werd links en rechts geconfereerd en de volgende ochtend vond de eerste script conferentie plaats. Resultaat : enthousiaste gezichten, gebaren, woorden.
Korte inhoud scenario: Voor een imposant gebouw. waarop in top de natievlaggen, stoppen één voor één de luxueuze wagens van vertegenwoordigers van de 4 Big Nations. Ze gaan in conferentie,
terwijl in de antichambre (voorportaal – RED) een leger van pers- en radioreporters wacht.
De besprekingen zijn lang en lopen hoog op, zodat een ober met een theewagen het nodig oordeelt naar binnen te rijden teneinde lafenis te brengen. Als hij met lege koppen terugkeert en in de antichambre, waar de reporters tot een schilderachtig geheel in slaap zijn gevallen, een ererondje rijdt, fluistert bij één der slapende (journalisten) in het oor: “Ze zijn het eens …”
Op dit toverwoord, dat als een huiver van geluk van mond tot mond gaat, worden allen wakker en eindigt de film met als laatste shot de vergrote woorden : “Ze Zijn Het Eens”... en dan de onverwachte wending, "Ze zijn het eens, dat “…” thee de beste is.”

Dat is deze film in een notendop. De opzet stond dus voor ogen.
Toen begon het werk...... (lees hier verder)

Fotobijschrift: "Eén van de hoogwaardigheidsbekleders begeeft zich door de gangen naar de conferentie zaal."

Fotobijschrift: ""Voor de ingang stoppen beurtelings de gestroomlijnde wagens van de hoge gasten. Terwijl het Volkslied van de betreffende natie wordt gespeeld, voert de mascotte op de motorkap een volksdans uit.”

Fotobijschrift: "De besprekingen zijn zo zenuwslopend dat een ober het nodig oordeelt met een theewagen naar binnen te rijden.”.

(vervolg)

....
Een indrukwekkende serie tekeningen en schetsen ontstond ; hoogconjunctuur in de tekenkamer : tekeningen van decors, interieur en exterieur van het conferentiegebouw, de imposante auto's; de Big Four themselves, een mensenmenigte, reporters, een indrukwekkende ober en honderd andere necessaire (benodigdheden – RED) meer.
Eén voor één fladderden de tekeningen naar de diverse ateliers: het poppenatelier,
de decorbouw, de boetseerafdeling, etc.

Intussen heeft de componist (De Groot) zijn ideeën voor de muziek omgezet in klanken, nauwkeurig afgepast en getimed op het actie van de personages. Musici beginnen te repeteren, voeren uit en dit laatste wordt alvast op de filmband vastgelegd. Een afwijzing dus van de geaccrediteerde handelwijze. Hier eerst de muziek, als fond, als ritmische grondslag voor de actie van de personages.
In de ateliers zijn de medewakers bezig de componenten voor het resulterend
geheel te vervaardigen. De poppen - van hout met ijzerdraad geraamte- worden aangekleed (en hoe!) en beweegbaar uitgevoerd, all round beweegbaar, vingers en tenen incluis. Bij iedere pop
wordt een serie koppen geleverd, een serie maskers, variërend in expressie van een nurks via meerdere nuanceringen tot ‘a jolly good fellow’ koppen afneembaar en te plaatsen op een staakje, dat luguber uit de hals omhoog steekt. Deze maskers worden geboetseerd door de kundige hand van een dame, die in een stil hoekje van het daverende atelier voor décorbouw met fijne beweginkjes uit de vormloze klei de gewenste expressie tevoorschijn tovert. Dan gaat haar product naar de oven en worden de koppen gebakken. Tussen twee haakjes: u voelt al, dat een opzet van 2 maanden voor dit voorprogramma-onderdeel van 3 minuten niet te ruim is berekend.
We belanden in het décoratelier. Daar verrijst uit houtbord, verf en klei het conferentiegebouw ter grootte van een royaal poppenhuis. Hier wordt de diplomatenauto geschapen, een fantastisch stroomlijnwonder met variabele radiateur zodat deze droom op wielen viermaal voor kan rijden en nochtans viermaal een verschillende schijnt te zijn.
Daar wordt de antichambre opgezet in het formaat van een speelgoedwinkeltje voor kinderen en past en meet men net zo lang, tot het poppenlegioen van reporters en cameramannen de juiste positie inneemt, waarbij zelfs de razende radioreporter in de lichtkroon belandt, wat aan zijn
ongearticuleerde flux de bouche (welbespraaktheid – RED) geen afbreuk doet.
Dan, als rekwisieten en acteurs gevormd zijn, beginnen de opnamen, de enkele duizenden opnamen.
Een voorbeeld.
De conferentiezaal heeft een deur, die elastisch schijnt, omdat hij door het geweld van het Big-Four discussie opbolt als een zeil en als een vibrerend vlies de hevigheid. der debatten registreert.
Eén momentje maar uit deze film, waarvoor evenwel talloze opnamen nodig zijn.
De deur wordt in alle fasen van haar vibratie gefotografeerd, waarbij centimeters en onderdelen van centimeters een rol spelen. En als dan deze serie opnamen in het theater aan uw oog voorbijflitst, zult u die deur inderdaad zien opbollen en weer terugveren, als een gevoelige naald de dispuutkromme graverend.
Micek is een naam, die in dit atelier rondwaart. (bedoeld wordt Joszef Misik – RED).
Micek, de maker van deze film, Micek, de animator, de man, die poppen leven inblaast en ze aan het spelen zet, die probeert en nog eens probeert, zich door geen teleurstelling uit het veld laat slaan en steeds maar
weer opnieuw aan het werk slaat, die experimenteert, voor de nodige "gags” zorgt en die al doende zeer veel leert.

Summa summarum (Latijn voor alles te zamen genomen – RED) : we zijn in Nederland met onze poppenfilm, waarvoor ook reeds in Denemarken en Zwitserland belangstelling bestaat, op de goede weg.
SNITSER