Enorme productie van Dollywood
Wie de reeks producties ziet die op deze site wordt getoond, merkt dat de jaren ’50 voor Joop Geesink’s Dollywood een enorme succesvolle periode was. De anonieme redacteur van de krant merkte dit ook op.
De film "Prins Electron" is op deze site te zien.
Opmerkelijk
Dit bericht van nazomer 1954 maakt de melding dat de film "Prins Electron" gemaakt gaat worden. De productietijd bleek 6 maanden te omvatten. Dit geeft een beeld van de lange, arbeidsintensieve productietijd bij een film als deze, die uiteindelijk 12 minuten zou gaan duren.
Opmerkelijk is verder dat general advertising director Sies Numan met name wordt genoemd. In de praktijk was er een jarenlange, hechte samenwerking tussen hem en Joop Geesink waarin zij samen veel filmideeën uitwerkten. Sies Numan had zeker een belangrijke stem in het verhaal. Hier wordt aangekondigd dat de prinses de naam "Belladonda" gaat heten. Uiteindelijk zou de prinses toch weer anders heten: Philippa Ray. Dit is de naam van een karakter die Philips in de jaren ’30 gebruikte bij een film van George Pal.
Prins Electron
Nauwelijks is de ene Philips film gereed of het poppenfilmbedrijf van JOOP ("Dollywood") GEESINK treft alweer voorbereidingen voor een volgende, die “Prins Electron" gaat heten. Het zal een verfilmde operette-in-miniatuur worden.
Philips' joviale, goedlachse general advertising director S. (Sies) NUMAN persoonlijk schreef het libretto en hij vertelde mij de inhoud op zijn eigen, achteloze manier, met al het kinderlijk plezier dat hij aan zijn eigen idee beleeft.
“Maar", verzocht hij, "laat nou ook nog wat te verrassen over. Tegen de zomer van volgend jaar zal alles wel klaar zijn."
Zodat ik me beperk tot enkele koele feiten: een Weens componist heeft de muziek al voltooid. EPFO DOEVE tekende de decors. De schone prinses, die in het 12 minuten durende filmpje trouwt met Prins Electron, heet Bellonda en de grote tovenaar, die alle problemen oplost, Pen-Thod. Allemaal namen waarin de relatie met de opdrachtgeefster wel herkenbaar is.
Bron: De Telegraaf, 29-09-1954