user_mobilelogo

Joop Geesink - beknopte biografie

- Deel 2 - 

Serenata Nocturna (1942)

Een eerste experimentele poppenfilm, vol onvolkomenheden, leidt tot een internationale naamsbekendheid: Dollywood.

Hoofdstuk 6 - Na "Serenata Nocturna"

De Oorlog door

In de periode waarin de samenwerking met Marten Toonder nog acueel was, zet Joop Geesink een aantal mensen aan het werk voor een film die later bekend wordt als Serenata Nocturna. Een echte poppenfilm. Medewerkers zijn o.a: Jan Duyfvetter, John van der Meulen en Bertus Outmayer. Van de laatste verschijnt in februari 2013 een interview met hem vanwege zijn betrokkenheid met Joop Geesink’s Carnaval (1984) in de Efteling.
Hoewel Serenata Nocturna een charmante uitstraling heeft, is de gebruikte techniek uiterst primitief. De eerste filmtests waren voldoende om Sies W. Numan “Directeur Internationale Publiciteit” van Philips te overtuigen hier een budget voor beschikbaar te stellen. Philips had immers recentelijk ook George Pal gepromoot zijn poppenfilms te maken.

De George Pal-techniek mag wegens patent niet worden gebruikt. Om die reden maakt poppenmaker Dopey Scheffer gebruik van uit klei geboetseerde gezichten om een wisselende expressie te behalen. 
Medewerkers zoeken naar een techniek die een flexibele pop geeft en waarover wel alle controle bewaard blijft.
De studio maakt in de laatste jaren van de oorlog een grote ontwikkeling door. Marten Toonder en Geesink besluiten ieder hun eigen weg te gaan. Toonder richt zich op tekenfilm en Geesink op poppenanimatie. Medewerkers worden verdeeld op basis van geleverde prestaties en toegekend talent. Inspraak is er niet. Henk Kabos wordt bij Toonder als tekenfilmer geplaatst.

Het aantal personeelsleden loopt van 60 man op tot bijna 100. De studio is aan de Nieuwezijds Voorburgwal, een locatie waarvan het in de moderne tijd ondenkbaar is dat hier een low-budget studio zou kunnen opereren. Broer Wim Geesink wordt zakelijk leider, want Joop Geesink is veel op reis om klanten te werven.
In 1944 zijn er vrijwel geen zakelijke activiteiten meer mogelijk. Het is niet meer mogelijk om filmrollen in te kopen of andere essentiële materialen te verkrijgen. Om bij de bezetter de indruk op te houden dat de mensen in de studio hard nodig zijn, worden er ‘filmopnames’ gemaakt met camera’s waar geen filmrol in zit. De Duitse bezetting denkt evenwel dat er gewerkt wordt en laat de studio met rust. 

Serenata Nocturna (1942)

Serenata Nocturna (1942)

Serenata Nocturna (1942)

Serenata Nocturna (1942)

Serenata Nocturna (1942)

Serenata Nocturna (1942)

Titelkaart

Titelkaart "Diepzee-Avontuur" (1943)

Hoofdstuk 7 - Periode na WO-2

Nieuwe start
De Tweede Wereldoorlog is voorbij. De tijd van wederopbouw breekt aan. Er is behoefte aan van alles maar er is niets. Joop Geesink ziet de groeimogelijkheden van reclamefilm enerzijds te combineren met het verlangen naar verstrooiing bij de bioscoopbezoeker anderzijds.
Zakelijk gezien moet Geesink een nieuwe start maken. Hij werkt niet meer met Toonder en heeft een economische reprimande gekregen van de Zuiveringscommissie vanwege zijn werk voor de Duitse Kultuurkamer. Gelukkig heeft hij het machtige Philips concern op zijn hand gekregen! Met name Sies Numan ziet de internationale communicatie mogelijkheden van het medium poppenfilm.  
Een uitgedunde maar zeer vakkundige en gemotiveerde groep medewerkers is beschikbaar. Joszef Misik, Jan Coolen, Theo Doreleyers en Wim Gomes vormen de kern van de studio. Zij hebben hun vak geleerd bij George Pal.

Dollywood

In 1946 wordt voor het eerst de naam “Dollywood” gebruikt op een filmtitel. Vanwege Joop’s naamsbekendheid, flair en enorme doorzettingsvermogen verwerft hij vrij snel nieuwe opdrachten. De studio staat aan de Beursstraat in Amsterdam. Spoedig zijn er ca. 35 personen werkzaam. De krant maakt hier melding van. Het contact met Sies Numan van Philips bestaat nog steeds en Numan bemiddelt in de transfer van verschillende oud-Pal medewerkers. Ze werken nu voor Geesink. Een serie van filmpjes voor Nederlandse bedrijven maakt de studio tot een groot internationaal fenomeen. Filmtitels die nu nog bekend zijn: “The Big Four Confereert”, “Honig Werkt”, “De Wereld Op Zoek Naar Vrede”, “De Drie Mascotiers”.

Technische vernieuwing

Philips blijkt een gulle opdrachtgever. Toch is het niet altijd weelde. Tijdens de productie van “De Drie Musketiers” voor Philips, is er vrijwel geen geld meer voor de salarissen.
Het wordt een levensreddende ontmoeting met diamantair Jacques Lopes Cardozo die een som van 10.000 gulden in het bedrijf investeert. Een weekloon is dan 50 gulden. Cardozo zal jarenlang op de achtergrond een stuwende persoon blijven, zowel zakelijk als moreel.
Vanaf 1947 komt Harry Tolsma de poppenafdeling leiden. Onder zijn handen en leiding ontwikkelt de poppentechniek zich tot een ongekend hoog niveau.

Successen volgen elkaar op

In 1948 ontvangt Joop Geesink de opdracht van Honig om een nieuwe film te maken: Honigs Ideaal. Opdrachten als deze zijn hard nodig, want er moet aan circa 50 medewerkers elke week een loonzakje met geld meegegeven worden.
De studiomensen moeten afwachten wat ze ontvangen en óf ze wat ontvangen. Joop stuurt de secretaresse met een leuk rokje aan naar de klant om een voorschotbetaling op te halen. Of hij gaat zelf. Dan worden de medewerkers bij elkaar geroepen: “Eh, … Jij bent vrijgezel, dus krijg jij vijftig gulden. Enne … jij bent getrouwd, dus jij ontvangt er honderd. Nietwaar?”
Een eenvoudige vorm van salarisadministratie maar erg onzeker.
In 1949 gaat het goed met de studio. Joop Geesink wint diverse prijzen en start wervingscampagne voor zijn bedrijf. Hij toert langs diverse grote steden en nodigt industriëlen uit voor gratis filmvertoningen. Uiteraard films uit zijn studio. Om een totaalpakket aan te bieden start Joop ook een tekenfilmafdeling.

Joop Geesink voor de deur van de studio.

Joop Geesink voor de deur van de studio. "Mijn eerste opdracht".

Joop Geesink met één van zijn poppen (1945)

Joop Geesink met één van zijn poppen (1945)

]The Big Four in Conference (1946)

"The Big Four in Conference" (1946)

Advertentie in reclamevakblad

Advertentie in reclamevakblad "Adformatie" december 1949

Joop Geesink,1949

Geesink groeit uit tot een bekende filmproducent, een bekende Nederlander.

Joop Geesink -Storyboarding (1948)

Joop Geesink verkocht zijn ideeën op basis van treffende tekeningen (storyboarding)

Hoofdstuk 8 - Periode tot 1950 - Duivendrechtse Disney

Wow effect
In de laatste jaren ’40 ontwikkelt de animatietechniek in een hoog tempo. Niet alleen de poppen zijn geperfectioneerd maar vrijwel alle producties met enig budget worden gefilmd in Technicolor. Een unicum omdat het tot in de jaren ’60 zal duren voor de eerste Nederlandse speelfilm in kleur verschijnt. Voor dit doel worden verschillende 35 mm speelfilmcamera’s omgebouwd.
De reactie van de bioscoopbezoeker is steevast dat hij wordt overrompeld door de prachtige kleurenfilms, die charmante poppen en decors en de steeds mooier wordende animaties en bewegende camera.

Disney voorbij

Wie de nu de film “Bezoek aan Bols” (1947) bekijkt, zal kritiek hebben op het tempo en tal van details. Maar, tel hier het hierboven beschreven ‘wow-effect’ op, in een periode dat niets verkrijgbaar was, dan is te begrijpen waardoor Joop Geesink met juist deze korte film zijn rivaal Walt Disney kon verslaan op een (reclame)filmfestival.
Hoewel het betreffende artikel niet duidelijk maakt met welke film Walt Disney heeft meegedaan in de competitie, mag duidelijk zijn dat de Disney studio's niet gewend zijn om een commerciële boodschap in een korte film te verpakken. Joop Geesink deed niet anders.
In de landelijke media werd Joop Geesink al beschreven als de Duivendrechtse Disney. De naam Duivendrecht verwijst naar de Amsterdamse industriewijk Duivendrecht waar de Dollywoodstudio’s waren gevestigd. Vele jaren lang zullen kranten schrijven over Joop Geesink, dat hij verder gaat dan Walt Disney. Immers, bij Disney zijn de ontwerpen plat en de tekenfilms dus ook 2D. Bij Joop Geesink wordt de derde dimensie toegevoegd.

Marten Toonder stopt commercieel werk

Rond 1949 gaat het met voormalig zakenpartner Marten Toonder slecht met poppenfilms. Deze sluit de afdeling en veel medewerkers stappen over naar Joop Geesink's Dollywood. Onder hen is ook vrije filmmaker Han van Gelder, maker van special effects en de eerste 'paperdoll' productie "Verzonken Klokken" (1957). Als vrije filmmaker werkte hij dit plan overigens uit bij Toonder studio's.
De technische vernieuwingen die de studio ontwikkelt, ontstaan niet zozeer uit een visie van Joop Geesink maar meer uit zijn ongeremde fantasie. Eigenlijk weet Joop niets van filmtechniek en de technische problemen waar de makers mee te maken krijgen. Ongehinderd door enige vorm van kennis en terughoudendheid borrelen de ideeën op in de wetenschap “Mijn jongens maken het wel”. Deze ‘jongens’ hebben hier hun handen aan vol. Gunstig neveneffect is dat nu er meer geld binnen komt er meer ruimte is om te investeren in apparatuur en techniek.
De ploeg medewerkers die van Marten Toonder overstapt omvat een zeer gekwalificeerde groep allrounders. Eén van hen was Henk Kabos.  Hij en zijn team is een creatieve aanwinst voor Geesink. Naast Henk Kabos komen o.a. ook Geert Knoef, Joop Bekker en Mary Oostendijk mee. Joop Geesink neemt ze echter niet zonder slag of stoot in dienst.
Daags na hun sollicitatie bij Dollywood moet Joop Geesink naar Persil in België. Wanneer Henk Kabos nu even een storyboard maakt dat wordt goedgekeurd, mag hij en zijn tekenfilmploeg blijven. Deze opdracht laat zien dat Geesink het geen probleem vindt om vanaf het eerste moment de druk hoog op te voeren. Het plan slaagt.
Het resultaat is het tekenfilmpje SOS Sneeuwman in Gevaar van de hand van Henk Kabos. Hij en het team, mogen dus blijven van Geesink. Rond 1950 heeft Geesink een ploeg van 15 tekenfilmers. Joop ziet dat onder de tekenfilmers de beste animatoren zitten, ook voor de poppenfilm. Henk Kabos zal zich later vooral toeleggen op de vormgeving en regie van poppenfilm.
Verder beschikt Geesink over een live-action filmploeg deze kreeg de naam 'Star Film'.

De studio heeft ca. 150 man in dienst, een eigen (zwart-wit) filmlaboratorium en tientallen technische specialisten. Dollywood Studio's is ondertussen verhuisd naar leegstaande barakken achter de Cinetone studio’s. Geesink is weer terug op de voormalige locatie van “De Spooktrein”.
Door de explosieve groei is de studio een gezellig allegaartje geworden met gangen, hokken, ateliers en kantoren kris-kras door elkaar heen. Joop Geesink heeft zijn broer Wim als zakelijk leider in dienst. Deze voert de stelregel in dat opdrachtgevers een voorschot voor de film moeten betalen. Eerder bestond deze regel niet en konden klanten zich vlak voor de oplevering nog terugtrekken.

Alle registers open

Rond 1949/1950 richten Joop Geesink en Philips topman Sies Numan zich op de ultieme productie die alle technische registers van de studio zal demonstreren. In 1951 gaat deze film in première: Kermesse Fantastique. Deze film wordt uitgebracht in het kader van het 60 jarige bestaan van Philips. Aan deze productie werd circa anderhalf jaar gewerkt en is 'the state of art' voor poppenfilm in die tijd.
In Kermesse Fantastique wordt overvloedig getoond welke expressiemogelijkheden zijn ontwikkeld voor de anders zo starre poppenkoppen. In deze film worden alle registers open getrokken, maar sommigen vinden dat het over de top is.

Reclamevakblad Ariadne maakt uitvoerig vermelding van de gewonnen prijs voor Op bezoek bij Bols (1947)

Reclamevakblad "Ariadne" Maakt uitvoerig vermelding van de gewonnen prijs voor "Bezoek aan Bols" (1947)

Bezoek aan Bols (1947)

Bezoek aan Bols (1947)

Duivendrechtse Disney-Elseviers Weekblad, 1967

Omslag Elseviers Weekblad, 1967.jpg

Kermesse Fantastique (1951)

Kermesse Fantastique (1951)

Joop Geesink (L) met Sies Numan (R) op de set van Kermesse Fantastique (1951)

Joop Geesink (L) met Sies Numan (R) op de set van Kermesse Fantastique (1951)

Promotion poster Kermesse Fantastique (1951)

Voor de reclamefilms zoals Kermesse Fantastique promotieposters gemaakt die in de etalages van de bioscopen werden gehangen, naast de posters van de hoofdfilms. Deze poster is getekend door Joop Geesink. 

Hoofdstuk 9 - Van alle markten thuis

Concurrentie
In deze periode komt meer talent naar Geesink.
Enkele jaren eerder, in 1946, start de Engelse Signal Film een poppenfilmstudio. Dit is een grote concurrent voor Geesink. Uit de voormalige George Pal studio halen zij art director Jan Coolen, die met Koos Schadee en Frans Hendrix naar Londen afreist. De studio houdt het vol tot eind 1951 en sluit dan de poppendeuren. Bij Philips haalt Sies Numann opgelucht adem, hij wenst het talent in Nederland te behouden. Hij weet dit drietal te motiveren om zich bij Geesink aan te melden. In deze rij sluit ook Dopey Scheffer aan die uit de voormalige Britse studio het productiegeheim voor plastic poppen-ledematen meeneemt. Henk Kabos en Harry Tolsma verwerken dit nieuwe element in de productietechniek van de ultieme animatiepop.
De economie begint meer aan te trekken. We zijn gekomen in de beginjaren ’50.
De eerder besproken opdracht van Philips voor Kermesse Fantastique levert de studio een fabelachtig budget van 400.000 gulden op. Momenteel zou dat een budget van ca. 1,5 miljoen euro vertegenwoordigen. Werk voor anderhalf jaar. De film is een gezamenlijk project van Geesink en Numann. Beide heren kunnen hier hun ideeën in kwijt en budget is er voldoende.
.

SOS Sneeuwman in Gevaar (1949)

SOS Sneeuwman in Gevaar (1949)

SOS Sneeuwman in Gevaar (1949)

SOS Sneeuwman in Gevaar (1949)

Hoofdstuk 10 - Kunst of reclame

Amicaal

Joop kan heel amicaal met je zijn. Zeker als hij tevreden is over je werk. Zodra je niet aan zijn verwachting voldoet, moet je het ontgelden. Gedreven als hij zelf is, zweept hij zijn mensen op. Het is voor hem normaal dat je overwerkt. Daar moet je niet over zeuren. Werken en mond houden. De combinatie van "creativiteit" en "commercie" geven altijd wrijving.
Het is begrijpelijk dat niet iedereen van deze werkgeversmentaliteit is gediend. Het resulteert in nogal wat verloop onder het personeel. De mensen die veelal blijven, zijn de echte creatievelingen. Mensen die werken om iets moois te creëren. Zij zien een uitgelezen kans om hun talenten tot ontwikkeling te laten komen. Deze artiesten realiseren zich nauwelijks dat ze werken aan een wegwerpproduct, genoemd ‘reclame’.
Joop ziet het talent en stimuleert de mensen dit verder uit te bouwen. Het salaris is niet altijd marktconform, maar ze krijgen veel creatieve vrijheid. 

Joop Geesink omstreeks 1952

Joop Geesink omstreeks 1952

Story of Light (1954) - links Jan Bouman, boven Joskz Miszik

Story of Light (1954) - links Jan Bouman, boven Joskz Miszik

Hoofdstuk 11 - Scheiding, Ruzie en Prestatie

Driemaal is scheepsrecht

In 1953 stapt Joop voor de derde keer in het huwelijksbootje. Hij trouwt de Engelse Irene Mitchell, een weduwe met 2 kinderen. Joop brengt zijn kinderen Rob en Nelleke mee en uit dit huwelijk wordt in 1954 dochter Louise geboren. Louise blijkt van haar vader tekentalent geërfd te hebben.

Joop Geesink realiseert zich dat het maken van poppenfilms hem wel veel naamsbekendheid oplevert en daarmee klanten. Hij ziet ook dat de keerzijde is dat poppenfilm een duur medium is om mee te adverteren. Om die reden maakt hij ook reclamefilms in tekenfilmtechniek en met gewone acteurs.
Joop wil iets maken wat meer blijvend is dan de wegwerp-reclame. Hiertoe komt hij op het plan om een speelfilm te maken. Dus speelfilmtak Starfilm maakt met Dollywood een speelfilm. Het Wonderlijke Leven van Willem Parel verschijnt in 1953 in de bioscoop met Wim Sonneveld in één van de hoofdrollen. De film, onder regie van Gerard Rutten en decorontwerpen van Henk Kabos, heeft een budget van 200.000 gulden. Helaas wordt het geen succes en levert de film een verliespost op van 70.000 gulden. Het leidt tot serieuze conflicten met de regie, die de productie voortijdig verlaat.

Het financiële verlies is nog enigszins op te vangen. Veel groter is het verlies in vertrouwen van Joop in de regisseur Rutten.
Medewerkers van de film vertellen dat assistent-regisseur Ronnie Erends de film heeft kunnen afronden. Rutten miste het overzicht in grote producties. Dit is einde samenwerking met Rutten als speelfilmregisseur. Het is tevens einde van alle lopende en toekomstige plannen voor avondvullende films door Geesink. Hij zal zich doorlopend blijven beraden op alternatieve producties. Hij zoekt het in gefilmde poppenkast . Hij noemt het 'Dansende vingers' (zie hieronder) Ook probeert hij marionettenspel, zoals op de grote wederopbouw tentoonstelling E55. Joop Geesink voorzag meerdere paviljoens van een creatieve inrichting. Voor Philips werd een tv-studio nagebouwd, waar het publiek kon kijken naar de (marionetten)voorstelling "Doggywood". Voor het Nederlands Zuivelbureau werd een 'dark ride' gemaakt. Een attractie waarbij het publiek in een karretje werd rondgeleid. Dit verschijnsel was vrij nieuw en kreeg de naam 'Kijktrein'.
Het is niet uitgesloten dat de creatieve en commerciële mogelijkheden van deze expositie Joop Geesink later op het idee bracht om zélf een attractiepark te ontwikkelen met gesponsorde paviljoens. Daarover later meer.

Big Bang

Dan komt een mega grote opdracht uit de Verenigde Staten.
In samenwerking met uitgever Time-Life wordt een prestigieuze en ambitieuze filmserie gestart over het ontstaan van de aarde. De eerste titel gaat heten The Earth is Born. In een vierluik-film van elk 30 minuten vol special effects moet op realistische wijze het ontstaan van de aarde in beeld gebracht worden. Het thema is: Van oerknal tot oertijd. Deze serie high-tech trucagefilms zou de studio uit het financiële slob trekken.
Het budget hiervoor is niet gedocumenteerd, maar Geesink verliest op alleen al het eerste deel een kwart miljoen gulden. De oorzaak lag in een zeer gammel arbeidscontract met de Amerikaanse Disney-regisseur, mr Schwarz. Hij had een contract op 'dagtarief' zonder dat er een einddatum was vastgelegd. De samenwerking met TIME-LIFE én de filmserie worden afgeblazen.
De studio raakt op de rand van faillissement.
Philips stelt zich garant voor 300.000 gulden. Het krediet behoeft niet te worden aangesproken.
Gelukkig komen de orders voor poppenfilms nog steeds binnen. Joop Geesink ontpopt zich als een ontwikkelaar van serie commercials. Zo werd midden jaren '50 een serie van tientallen stopmotion films gemaakt voor het biermerk MacKenson. Nagenoeg alle sporten werden uitgebeeld. Dit gaf een enorme continuïteit.

Illustratie van KIJKTREIN voor het NZH

Voor het Nederlands Zuivelbureau werd een 'dark ride' gemaakt. Dat heette toen een KIJKTREIN.

Illustratie van KIJKTREIN voor het NZH

Voor het Nederlands Zuivelbureau werd een 'dark ride' gemaakt. Dat heette toen een KIJKTREIN.

Bericht uit Utrechts Nieuwsblad, juli 1953

Bericht uit Utrechts Nieuwsblad, juli 1953

Artikel in de telegraaf (1951)

Artikel in de telegraaf (1951)