user_mobilelogo

Joop Geesink - beknopte biografie

- Deel 3 - 

Joop Geesink in de Efteling- Carnaval Festival

De naam Dollywood heeft wereld faam. Joop Geesink kijkt verder en zoekt continuïteit.

Hoofdstuk 12 - Reizende Ster

Kostbaar
Productie van animatiefilm is duur. Poppenfilm is nóg duurder. Gelukkig heeft Geesink een afdeling gericht op live-action: Starfilm. De meeste opdrachten zijn bioscoopcommercials en tv-commercials voor landen waar commerciële tv intrede doet.
Vanwege de snellere productietijd en dus de lagere kosten, neemt het aandeel in speelfilm-commercials aanzienlijk toe. De animatieafdeling verzorgt voor talrijke speelfilmproducties geanimeerde onderdelen. Vaak blijft het beperkt tot een bewegende titel of een verpakking dat zich opent. Er ontstaat een grote rivaliteit tussen de live-action-afdeling en de poppenfilmstudio. Live-actionfilmers vinden poppenfilm maken kinderachtig en omgekeerd beschouwen de animatiefilmers het maken van speelfilm niet als een kunstvorm.
Feit blijft dat de speelfilmopdrachten voor steeds grotere omzet zorgen en dat de animatie een visitekaartje is waarmee Geesink bij klanten kan binnen komen. Zodra een klant hoort hoe duur poppenfilmproductie is, heeft Joop met zijn watervlugge geest een alternatief plan klaar en biedt een live-action variant aan. Daarmee behoudt hij de klant.

Geprijsd en Prijzen

Ondanks de stevige productieprijs die de klant betaalt voor een poppenfilm heeft dit medium het grote voordeel van onderscheidend vermogen. Poppenfilms hebben een enorme aantrekkingskracht op het publiek en de ingebouwde reclameboodschap wordt geslikt. Dollywood maakt internationale furore met de poppenfilms. Grote Nederlandse opdrachtgevers zijn o.a. Philips, waarvoor minstens 8 films van minimaal 10 minuten worden gemaakt en het Nederlands Zuivel Bureau (NZB) met vele Dutchy-films. Geesink neemt ca. 80 internationale filmprijzen voor de poppenfilms in ontvangst.

De filmprijzen zijn een mooie waardering en wekken de nieuwsgierigheid op van nieuwe potentiële adverteerders. Joop voelt zich als een vis in het water wanneer het gaat om ideeën bedenken. Met een half woord van de klant heeft hij een stapel schetsen klaar. Soms schiet hij zo ver door in zijn ontwerpdrift, dat hij vergeet wat de reclameboodschap moet worden.
Medewerkers weten te vertellen wanneer hij terugkomt met een opdracht soms niet meer precies weet wat er is besproken. Het is de combinatie van zijn niet te stoppen fantasie, die nog sneller gaat na enkele glazen whisky. De creatieve chaos roept soms verontwaardiging op bij klanten die andere resultaten zien komen dan beloofd. Wederom biedt de snelle creatieve geest van Geesink dan uitkomst.

Bioscoopcommercial als 'niemandsland'

Voor de moderne lezer is het interessant te weten dat het maken van een reclamefilm in vroegere tijd vaak buiten de scoop van het traditionele reclamebureau viel. In de jaren '40 en '50 waren de reclamebureau's gespecialiseerd in drukwerkadvertenties en -posters. Een bioscoopcommercial viel in een stuk ‘niemandsland’. Hier haakte Geesink op in.
De filmpjes die Geesink bedacht, hadden in oorsprong een rol als korte voorfilm bij een bioscoopfilm, zoals er bij Disney en Warner Brothers ontelbare korte films zijn gemaakt van vergelijkbare lengte.
Hij verzon een grappig verhaaltje en zocht er een sponsor bij. Wanneer een beoogde sponsor niet geïnteresseerd was, paste Joop het einde van zijn voorstel en ging er mee naar de concurrent om het daar te proberen. Vaak had hij daarmee succes. De tweede uitdaging voor hem was om de adverteerder te overtuigen dat hij in dit concept een vervolg moest maken. En nog één. En nog één.
Later vestigde zich binnen de Geesink Studio’s eigen reclame bureau waar de films werden bedacht. Een ontwikkeling parallel was dat de traditionele reclamebureaus ook inzien dat reclame in de bioscoop, maar zeker ook op de TV tot hun dienstenpakket behoorde. Dollywood was dus zowel bedenker van plannen als concurrent voor de bureaus zie zelf plannen ontwikkelde. Dit leverde niet zelden een gespannen situatie op tussen de klant als reclamebureau en Geesink die zelf ook als reclamebureau opereerde. Meerdere opdrachtgevers gingen op zoek naar studio’s die animatie konden maken en niet-concurreerden. Dit ging ten koste van de klanten van Dollywood.

Reclamevakblad Ariadne  (1956)

Reclamevakblad Ariadne (1956)

Prince Electron (1956)

Prince Electron (1956)

Hoofdstuk 13 - Uitbreiden van succes

Serie
Het merendeel van de klanten zal tevreden terugkijken op de verstrekte opdrachten aan Geesink. Zijn films maken een enorme impact op het publiek en de verkoop van het geadverteerde product stijgt. Reden voor Joop om op een succesvolle campagne voort te borduren. Hij is niet alleen de filmproducent, maar tevens reclamebureau die de concepten ontwikkelt. Voorbeeld van een succesvolle serie "Mackeson" commercials. Er zijn tientallen activiteiten met deze bierflesjes verfilmd.
Ruim 60 films van een halve of hele minuut laten bierflesjes tot leven komen. Vast gegeven: één van hen is een etiketloos 'sukkeltje'. Zodra een toeschouwende bierfles de merknaam uitroept, verandert het sukkeltje in een bierfles met super kracht. De populariteit van deze serie kwam terug tot in de voetbalstadions in Engeland. Als een elftal niet presteerde, riepen de supporters “Mackeson!”. Gedurende de looptijd van deze campagne vloog de omzet van de betreffende producten omhoog. Een reclamefilm werd destijds veel langer ingezet dan tegenwoordig.
In de Verenigde Staten zijn Beechnut en Ballantine en voorbeelden van herhaald succes. Een groot voordeel van series is dat veel ontwikkelingskosten al zijn gemaakt en de klant weet wat er verwacht kan worden.

Voor Mackeson stout bier maakte Joop Geesink's Dollywoord tientallen commercials

Voor MacKeson bier maakte Joop Geesink's Dollywoord tientallen commercials

Voor Mackeson stout bier maakte Joop Geesink's Dollywoord tientallen commercials

Voor Mackeson stout bier maakte Joop Geesink's Dollywoord tientallen commercials

Hoofdstuk 14 - Alleenrecht

Licht
Klanten zien de exclusiviteit van het medium en eisen steeds vaker een beding in het contract dat gedurende een bepaalde periode Geesink niet voor de concurrentie soortgelijke producties mag maken. Leg Joop Geesink zulke eisen niet op. Het is voor hem de uitdaging om enerzijds het concurrentiebeding te tekenen en anderzijds die concurrenten binnen te halen.
Het gebeurt omstreeks 1954 dat Geesink een grote opdracht voor General Electric verwerft. Een poppenfilm van 10 minuten over de geschiedenis van het licht. The Story of Light volgt de ontwikkeling van verlichting. Van oervolk met brandende takken tot en met de moderne mens met TL-licht in de jaren ‘50. Er was een fors budget, maar General Electric eiste hier het concurrentiebeding.
Joop Geesink kent Sies Numann bij Philips die ook lampen produceert. Uit dezelfde periode komt de Philips film Light and Mankind met een vrijwel identiek verhaal, stijl en storyboard. Geen vuiltje aan de lucht, de ene klant in de VS en de andere in Europa. Gezien de grote afstand tussen de twee continenten was duidelijk dat geen mens beide films zou zien.

Op zekere dag kondigt de klant uit Amerika zich aan om te zien hoe de productie verloopt…
Joop laat in alle haast delen van de studio dichttimmeren waar de concurrerende Philipsfilm wordt opgenomen. De klant is onder de indruk van de borden “Top Secret” en durft geen vragen te stellen.
De dreiging van een schadeclaim evenals een annulering gaat aan Joop voorbij. De les die hij leert: “Volgende keer wat handiger aanpakken.” Veel respect voor zijn klanten blijkt Geesink in dat opzicht niet te hebben. Net zo min als voor zijn personeel. De geschiedenis vertelt niet of Joop's vriend en opdrachtgever Sies Numann van Philips op de hoogte was van deze overlapping.

Het gaat maar door
Een positieve stimulans is de release van The Traveling Tune (1961). Deze Philipsfilm van 10 minuten wordt in de zgn. paperdolltechniek gemaakt onder leiding van Max Keuris. De papieren poppen van Jacques van de Boom en de animaties van Günther Mandle zorgen voor lovende recensies. Nieuwe opdrachten voor deze techniek volgen.
Met deze techniek had Joop Geesink eindelijk een alternatief voor de kostbare poppenfilms. De vormgeving was eenvoudiger, herkenbaar en goedkoper.

Weer een Jubileumfilm

Philips is nog steeds trouwe klant. Naast enkele kortere films voor o.a. de Amerikaanse markt,  volgt een nieuw jubileum van Philips: 75 jaar. Dit jubileum werdt gekoppeld aan het thema "muziek", omdat Philips zich nadrukkelijk manifesteerde als producent van muziekdragers en spelers. Het jubileum wordt gevierd met een fantastische productie in poppenfilm van 10 minuten: Philips Cavalcade – 75 Years of Music. Met alle toeters en bellen. De film komt in 1966 uit. Het is de state of art van die tijd. Ook hier had Max Keuris de creatieve leiding.

Story of Light (1954)

Voor General Electric - Story of Light (1954)

Light and Mankind (1954)

Voor Philips - Light and Mankind (1954)

"De-Waarheid" 04-11-1961

The Traveling Tune (1961)

The Traveling Tune (1961)

Philips Cavalcade - 75 jaar Muziek (1966)

Het jubileum wordt gevierd met een fantastische productie in poppenfilm van 10 minuten: Philips Cavalcade - 75 jaar muziek. (1966)

Hoofdstuk 15 - Groter Groeien en verder

TV-Piraat

Begin jaren ’60 ontstaat de commerciële televisie in Europa. Frankrijk, Italië, Duitsland gaan Nederland voor. Nederland heeft de eerste “tv-piraat”. Het REM-eiland dat tv-programma’s uitzendt met reclame. Dit experiment duurt niet lang. In 1967 is officiële reclame op de Nederlandse TV een feit. Voor de eerste uitzenddag zijn 38 spots ingepland, waarvan 12 uit de Geesink studio’s komen.
Dagelijks recenseert de krant deze nieuwe commercials alsof het tv-programma’s zijn. De Geesink Studio’s krijgen goede cijfers. Dit leidt tot vervolgopdrachten.

Mega Studio

De tijd nodig om deze mijlpaal in de TV-geschiedenis te bereiken, vult Joop met nieuwe plannen.
De studio aan de Duijvendrechtsekade is een aaneenschakeling geworden van losse gebouwtjes, onderling verbonden met een wirwar van gangen, uitbouwsels en overkappingen. Tijd voor een nieuwe studio.
Vol trots wordt in 1966 aan de W.J. Wenkenbachweg een moderne en grote studio door Prins Bernhard geopend. Deze opening is op 28 april, Joop’s verjaardag.

Geesink maakt naam met de poppenfilms, maar maakt winst met de 'speelfilm' commercials (live action). Helaas is het onderscheidend vermogen met de concurrentie niet voldoende en verdwijnen langzaam aan steeds meer klanten naar de concurrentie. Joop realiseert zich dat hij wat anders moet bedenken en met iets totaal nieuws moet komen om zijn inkomsten te garanderen.

Splinter nieuwe Joop Geesink Studio's worden gebouwd achter de oude Dollywood- barakken

Splinter nieuwe Joop Geesink Studio's worden gebouwd achter de oude Dollywood- barakken - 1966

Bioscoopjournaal over opening nieuwe Joop Geesink Studio's - 1966

Splinter nieuwe Joop Geesink Studio's (exterieur)

Splinter nieuwe Joop Geesink Studio's (exterieur) - 1966

Splinternieuwe Joop Geesink Studio's (interieur) 1966

Splinternieuwe Joop Geesink Studio's (interieur) 1966

Personeelsadvertentie voor de nieuwe studio (1967)

Personeelsadvertentie voor de nieuwe studio (1967)

Advertenie

De personeelsadvertentie is een opmerkelijke.
Er wordt gevraagd naar een secretaresse, inclusief een secretaresse opleiding, maar de werkzaamheden gaan meer in de richting van traffic zoals binnen een reclamebureau. Voor de jaren ’60 was het zeer ongebruikelijk om in een advertentie te melden dat de werkomgeving soms ‘turbulent’ is. Dit was in feite een codetaal voor chaos.

Hoofdstuk 16 - Beter dan Disneyworld

Grootste plan ooit

De ideeën blijven borrelen. Joops grootste plan ooit rijpt al vanaf 1962 en krijgt vorm. Geesink gaat zijn bakens verzetten naar Holland Promenade. Een themapark met gesponsorde pavilioens.
Joop gaat helemaal in het plan op. Hij realiseert zich dat de hausse van poppen- en tekenfilm van voorbijgaande aard is en wil een andere financiële steunpilaar klaar hebben staan.
Een attractiepark nabij Amsterdam waar heel Nederland op schaal is vertegenwoordigd. Iedere “stad” binnen het park wordt gesponsord door een commerciële onderneming. Educatief en commercieel samen. Mooier dan het cultureel oppervlakkige Disneyworld (1955).

Binnen zijn concept bedenkt Joop Geesink dat de toeristen ook met multi-media-effecten moet worden overrompeld. Dit park zou een doorlopende bron zijn voor nieuwe films die ter plaatse worden vertoond, mar ook als afgeleide. Geesink heeft voor dit doel aparte bedrijven gestart: Joop Geesink Special Projects en Geesink Artists N.V. Hij richt zich ook op andere attractieparken en projecten in binnen- en buitenland. 
Een enorme maquette wordt gebouwd waarin van alles beweegt en rijdt. Bij de opening van de nieuwe studio krijgt het schaalmodel van Holland Promenade een vaste presentatieruimte en de pers stroomt toe. De pers is echter negatief. Het wordt op calvinistische wijze als een 'pretpark' afgeschilderd.

Huisvesting voor het park is vanwege inspraakprocedures niet te verkrijgen en de sponsors haken af.
Het komt niet van de grond. Ook buitenlandse park-projecten lopen vast door diverse oorzaken.
Bijna twee miljoen gulden verdwijnt in de vuilbak. Al die tijd heeft de poppenfilmafdeling het moeten doen zonder Joop’s intensieve en stimulerende sturing. Concurrentie in de filmindustrie rukt aan alle kanten op.
Het Geesink-imperium wankelt.

Artikel in het weeblad

Joop Geesink had ambities voor een themapark "Holland Promenade"

Hoofdstuk 17 - Nekslag

liquiditeitsproblemen
De nieuwe studio brengt forse liquiditeitsproblemen met zich mee. Waar eerst alles groter en mooier moest, wordt nu aan alle kanten gesnoeid. Eerst in de productiekosten. Films moeten goedkoper, simpeler worden gemaakt. Vervolgens gaan er tientallen medewerkers de deur uit. Hoewel Joop nooit iemand persoonlijk ergens voor heeft bedankt, doet dit hem pijn. Grote donkere wolken boven zowel Dollywood, Starfilm én Geesink Artists. Ook de commerciële televisie levert in Nederland niet het rendement op die was verwacht. Vanaf 1967 wordt zeer beperkt geadverteerd op één Nederlandse tv-zender.
Gebrek aan financiële continuïteit zorgt voor de nekslag van Dollywood in 1971. De kranten maken melding van Geesink’s faillissement.

Dit doet de man natuurlijk pijn. Maar vlak voor de studio definitief op slot gaat, Laat Joop Geesink zich interviewen en fotograferen. Te midden van zijn mislukte maquettes. Dit artikel uit de PANORAMA geeft een heel ander beeld van de man die tot voor kort steevast werd afgeschilderd als de succesvolle zakenman/filmmagnaat.

Het Parool, 27 augustus 1971

Op 28 augustus 1971 maakt het Parool uitvoerig melding van het faillissement van Joop Geesink's Dollywood.

Foto uit de Panorama (week 39) 1971

Foto uit de Panorama (week 39) 1971

Foto uit de Panorama (week 39) 1971

Foto uit de Panorama (week 39) 1971

Rick de Kikker was ontwikkeld als handelsmerk voor Holland Promenade

Rick de Kikker was ontwikkeld als handelsmerk voor Holland Promenade

Hoofdstuk 18 - Ontslag en Loeki de Leeuw

Reddende engel

Alle narigheid ten spijt, Philips blijft als klant trouw en dient zich nu wederom aan als reddende engel. Achter de schermen wordt koortsachtig overlegd. Het is niet alleen Geesink die als filmproducent moeilijke tijden doormaakt. Collega Marten Toonder drijft vrijwel geheel op de inkomsten uit de stripverkoop. Er ontstaat een nieuw consortium voor een groot deel gefinancierd door het Philips Pensioenfonds. Het eens zo ambitieuze nieuwe studiocomplex wordt in 1971 verlaten om ruimte te maken voor Philips kantoren. De filmproductie van Geesink wordt in een dramatisch afgeslankte bezetting ondergebracht in de bijgebouwen van Kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg. Daar is ook de tekenfilmstudio van Marten Toonder. Een samenwerking met Cinetone studio’s maakt een doorstart mogelijk. Van de 150 poppenfilm medewerkers zijn er nog maar 15 over.
Kranten maken melding van de Toonder-Geesink producties. Dit keer staat de naam van Marten Toonder vooraan.

Joop Geesink ontslagen

Binnen de lange rij van ontslagen valt één naam op: Joop Geesink. Hij doet in deze nieuwe formule niet meer mee. Op papier beschikt hij nog wel over de namen van Dollywood, Starfilm en Joop Geesink Special Projects, maar dit zijn lege firma’s. De nieuwe studionaam heet (daarom) geen Toonder-Joop Geesink studio's maar Toonder-Geesink studio's.

Mainzelmännschen

Joop Geesink werkt nu vanaf huis aan de J.J.Viottastraat te Amsterdam. Hij wordt bijgestaan door zijn zoon Rob, dochter Louise en een tweetal freelancers.
Zijn motto is “nooit achterom kijken!”. Hij tekent weer en broedt op plannen. We zijn aangeland in de periode 1972. De nieuwe Toonder-Geesink studio’s maken behoorlijk veel opdrachten voor de STER-reclame. Toonderstudio's had zich toegelegd op tekenfilm en liveaction commercials. Daarnaast beschikte de studio over een succesvolle strip-afdeling waar onder andere Tom Poes en Bommel werden getekend. In de vijf jaar dat reclame op de buis is, groeit het aantal reclameblokken van de STER, de enige zendgemachtigde in Nederland die reclameboodschappen mag uitzenden.
Geesink bedenkt en ontwerpt enkele commercials, waarvan diverse in poppenanimatie. De realisering wordt nu exclusief uitbesteed aan de externe productiemaatschappij.

De Duitse TV heeft ook reclame en daar worden de commercials onderling verbonden door tekenfilmfiguren met de naam Mainzelmännchen. Ze beleven korte avonturen.

Loeki de Leeuw

Op basis van dit beeld ontwikkelt Geesink een typisch Nederlandse tegenhanger. Loeki de Leeuw wordt aan de directeur Chris Smeeskens geïntroduceerd. Hij ziet dit wel zitten en laat in series van 30 stuks de grappen aanleveren. Ieder filmpje duurt 4 seconde. De eerste uitzending is in 1972.

Na korte tijd en enkele series verder heeft Loeki een grote populariteit verworven onder het Nederlandse publiek en mag hij alle reclameblokken aankondigen en uitzwaaien. Voor de Toonder-Geesink studio is Loeki een geschenk uit de hemel. Door de afgeslankte bezetting krijgt de studio hier een belangrijke financiële basis. Loeki groeit uit tot een serie die na de dood van Joop Geesink nog jaren zal doorlopen.

Toonder Studio's waren gevestigd in Kasteel Nederhorst, Nederhorst den Berg

Toonder Studio's waren gevestigd in Kasteel Nederhorst, in Nederhorst den Berg

Joop Geesink werd gevestigd in het Koetshuis pal naast kasteel Nederhorst den Berg

De poppenfilm-afdeling van Joop Geesink werd gevestigd in het Koetshuis pal naast kasteel Nederhorst den Berg.

Mainzelmännchen (1974)

De Duitse TV heeft ook reclame en daar worden de commercials onderling verbonden door tekenfilmfiguren met de naam Mainzelmännchen. Ze beleven korte avonturen.

Loeki de Leeuw (1971)

De eerste Loeki de Leeuw had een volledig ander uiterlijk dan de latere Loeki. (1972)

Joop Geesink met Loeki de Leeuw en Rosie (1979)

Joop Geesink met Loeki de Leeuw en Rosie (1979)

Loeki de Leeuw (2020)

Loeki de Leeuw (2020)

Hoofdstuk 19 - Efteling

Lesje geleerd

Joop heeft geleerd van zijn Holland Promenade debacle. Hij zal nooit meer een attractiepark bedenken of willen opzetten. Hij was twintig jaar eerder, in de beginjaren ’60, zijn tijd ver vooruit. We zijn beland in het jaar 1983. Nederland heeft dan meerdere attractieparken. In Wassenaar adverteert Duinrell tot vandaag met een logo door Geesink ontworpen: Rik de Kikker.

Ervaring

Geesink heeft wel inzicht en kennis over attractieparken opgebouwd en dat brengt hem bij De Efteling. Daar zit de directie met een praktisch probleem. Een nieuwe attractie moet er komen, maar de voorgaande attracties (Spookslot en Python) gingen vér over het budget. Om geen bezoekers te verliezen, moet er snel iets komen en bovendien financieel degelijk. Het plan voor Carnaval Festival wordt door Geesink gepresenteerd. Van A tot Z een Geesink design. Het ontwerp leidt tot grote bezwaren van artistiek directeur Anton Pieck. Geesink belooft de attractie tijdig op te leveren en geen cent over het budget te gaan. Dit geeft de doorslag. Pieck geeft zijn fiat. Lees hier de ontstaansgeschiedenis van Joop Geesink's Carnaval Festival op de Eftepedia.

Joop Geesink was ziek. Bij hem werd (long)kankergediagnotiseerd. Maar Joop Geesink wist niet van ophouden. Hij bouwde eigenhandig een maquette van de attractie. Hij bleef tekenen en ontwerpen. Maar van de techniek die nodig was om de bezoekers in karretjes rond te rijden had hij niet veel benul. Dat deel werd door de medewerkers van de Efteling overgenomen.

Race tegen de klok

Joop werkt hard aan de realisatie van het plan. Hij merkt dat zijn gezondheid hem in de steek laat. Joop is net de 70 gepasseerd maar doet het niet rustiger aan. Zijn werktempo is hoog.

De bouw vordert.

Filmjournalist Simon van Collem ( 1919 - 1989) spreekt met Joop Geesink (1913 - 13 mei 1984) over zijn werk, leven en toekomst. Deze opname is uit winter 1983/84, kort voor de opening van Joop Geesink’s Carnaval Festival in De Efteling. Deze TV interview zou Geesink’s laatste optreden voor de camera worden.

Koffiekamer

Joop Geesink wordt opgenomen in het UMC ziekenhuis. Hij is fysiek versleten. In de koffiekamer van het ziekenhuis werkt Joop de laatste details uit van zijn attractie. Tekent ontwerpen voor nieuwe Loeki grappen en draagt de zorg voor zijn bedrijf en geesteskind Loeki over aan zijn dochter Louise.

De beoogde opening van de attractie op 1 april werd niet gerealiseerd. 

Op 13 mei 1984 overlijdt Joop Geesink in het UMC op 71 jarige leeftijd. Hij heeft zijn Carnaval Festival niet meer mee mogen maken. Enige tijd na zijn overlijden, op 1 juni 1984, werd door weduwe Irene Geesink-Mitchell, de attractie officieel geopend.

Broer Wim Geesink blijft tot augustus 1984 commissaris van de Geesink-bedrijven en treedt dan terug. Wim Geesink heeft vijftig jaar in dienst gestaan van zijn broer en diens werk.

Dochter Louise Geesink is nu directeur van Dollywood en zet het project Loeki de Leeuw nog jaren voort. In 2004 stopt Loeki op de TV. Niet wegens gedaalde populariteit. De zendtijd die nu aan Loeki wordt besteed, kan voordeliger aan de groeiende markt van tv-adverteerders worden verkocht. Bovendien bespaart de STER op deze wijze alle productiekosten. Loeki heeft in Nederland de tv-reclame acceptabel gemaakt, maar die reclame heeft Loeki ook zijn baan gekost.

“Asjemenou!”

Loeki de Leeuw wordt door Louise Geesink toegevoegd aan het Joop Geesink Carnaval. Maar omdat de bekendheid onder het jeugdige publiek afneemt doordat Loeki niet meer op TV verschijnt, worden de Loeki poppen later verwijderd. Hiermee lijkt het definitieve einde van Joop Geesink's geesteskind. Maar niets is minder waar. Het zou duren tot 2021 dat door een samenloop van omstandigheden Loeki de Leeuw éénmalig terugkeert op de Nederlandse STER-reclame. Het succes is immens. Dankzij lobbywerk van de inmiddels hoogbejaarde oud-directeur van de STER, dhr Chris Smeekes, een handtekeningenactie van een stel bekende radio-presentatoren en de niet-aflatende inspanning van Louise Geesink, keert Loeki de Leeuw weer terug als vaste personage op de Nederlandse televisie. Precies zoals de directeur al had voorgerekend: het kost een hoop geld om te maken, maar het verdient zich dubbel en dwars terug door betere kijkcijfers. De enige tekst die deze leeuw op televisie uitspreekt is passend. "Asjemenou!"

Joop Geesink

Joop Geesink tijdens de persdag, voorjaar 1984 | Stadsarchief Breda Collectie: BN De Stem / Johan van Gurp 1 februari 1984 (Foto is afkomstig van eftepedia.nl)

Joop Geesink met zichzelf als Carnaval Festival-pop

Joop Geesink met zichzelf als Carnaval Festival-pop (foto is afkomstig van eftepedia.nl, "Scan uit: Op weg naar ooit"

Het plein voor de attractie kreeg de naam Joop Geesink Promenade (1984)

Het plein voor de attractie kreeg de naam Joop Geesink Promenade (1984)

Loeki de Leeuw was geruime tijd onderdeel van Carnaval Festival

Loeki de Leeuw was geruime tijd onderdeel van Carnaval Festival

Filmjournalist Simon van Collem ( 1919 - 1989) spreekt met Joop Geesink (1913 - 13 mei 1984) over zijn werk, leven en toekomst.

Arie den Draak (2013)
Herschreven 2022

Bronnen:
* Louise Geesink - dochter van Joop Geesink
* Meerdere (oud) Geesink medewerkers, Cor Icke, Harry Tolsma, e.a.
* Tjitte de Vries en Ati Mul voor het boek “Joop Geesink – poppenfilmproducent” (1984)
* J.W. de Vries “De Toonder Animatiefilms” (2012)