user_mobilelogo

Joop Geesink is Opperpop van Dollywood

1961

Historisch Nieuws Dutch Vintage Animation

Joop Geesink weet mensen en poppen naar zijn hand te zetten.

Dit artikel uit de REVUE geeft een mooie impressie van de wijze waarop de Nederlandse journalistiek opkijkt tegen de succesvolle zakenman/filmmagnaat.

Joop Geesink is Opperpop van Dollywood 

Afgebeeld:
Pag. 23 Joop Geesink, Still uit Piccolo, Saxo & Co
Pag. 24/25 Collage uit diverse commercials Ballantines Beer. (Noot van redactie: Deze collage is niet voor het blad in scene gezet, zoals de redacteur schrijft. Het een collage uit twee verschillende commercials voor dit biermerk.)
Pag. 26 Werkfoto uit Story Of Light, met links onbekende persoon, rechts Cor Icke.
bron: de Revue - nr 6, februari 1961.

Volledige tekst

Joop Geesink is Opperpop van Dollywood
JOOP GEESINK zou met veel succes zelf de hoofdrol in een van zijn kleurrijke poppenfilms kunnen vervullen. Hij is een ronde man rond van karakter en rond van lichaamsvormen, hij lacht veel en vriendelijk en zijn gezicht draagt dezelfde genoeglijke uitdrukking, die Oliver Hardy tijdens zijn beste filmstemmingen toonde. Naar Geesinks levende model zou inderdaad een guitige pop vervaardigd kunnen worden. Alle hem omringende poppen zouden dan met veel waardering en eerbied over de “hoofdrolpop" spreken, omdat de successen in zijn leven elkaar snel opvolgen als de beelden van een filmstrook. „Dollywood" heet de van bedrijvigheid zinderende filmstudio, waarvan Joop Geesink en zijn broer Wim de trotse leiders zijn. Joop zetelt slechts zelden achter zijn massieve bureau in de directiekamer van Dollywood, hij reist kris kras door de wereld om met drukke gebaren, veel gelach, evenveel ernst en zuigend aan forse sigaren, met de industriebaronnen te onderhandelen over het vervaardigen van zijn befaamde reclamefilms. Zijn verkoopkwaliteiten zijn niet gering. Een Italiaanse industrieel vertelde hij eenmaal geestdriftig over zijn plan: een poppenfilm te vervaardigen, gebaseerd op de boeiende avonturen van de Graaf de Monte Christo. Joop praatte en praatte. Zijn Italiaans was matig, maar zijn gebaren deden de riddertijd duidelijk herleven, hij schermde met woorden en armen, daarbij verwonderd aangestaard door de Italiaan. Maar ten slotte begreep de industrieel Joops bedoelingen. „Leuk idee." vond de Italiaan, „maar„. eh... ik heb nog nooit van de Graaf de Monte Christo gehoord.." Joop Geesink voelde zich zo teleurgesteld als een voetballer, die juichend doelpunten wil scoren, maar tegen een lekke bal aantrapt. De teleurstelling was onnodig. Joops rappe gebaren, zijn enthousiasme en zijn woordenwaterval hadden op de industrieel diepe indruk gemaakt. Zonder weifelen gaf hij de opdracht tot het vervaardigen van de poppenfilm. Dollywood's “opperpop" had zijn zoveelste succes behaald.

Decors voor Parijse vermaakpaleizen
Joop Geesink spreekt zijn Nederlands met het wat zangerige accent, waarmee Hagenaars hun herkomst aan niet-Hagenaars verraden. In de zo sjieke residentie startte dan ook zijn verbluffende carrière. Joop was een virtuoos tekenaar en vestigde met broer Wim nog vóór zijn twintigste geboortedag een eigen bedrijf aan het Spui, dat zich pa] in het centrum van Den Haag uitstrekt. De broers vervaardigden de kleurrijke plakkaten en affiches die op de bioscoopgevels prijken: breed geschouderde mannen, die smal geschouderde dames voor de gapende muilen van krokodillen wegrukken en andere zéér welsprekende taferelen, die de prikkelende inhoud van de films reeds bij voorbaat onthullen. Maar het vervaardigen van deze „meesterwerken" kon Joop toch niet blijvend bekoren, hij wilde méér bereiken. Daarom ontwierp Joop Geesink decors voor groots opgezette shows. Voor de decors van Joop Geesink strekten de revue-girls de benen ver omhoog en volvoerden zich de schetsen, waarin de revue-komieken elkaar tot ieders vermaak fiks trachtten te beledigen. Joop ontwierp de decors zo talentvol, dat hij werd uitgenodigd, de decors te ontwerpen voor de befaamde Folies Bergère en het even beroemde Casino de Paris in Parijs. Het waren eervolle opdrachten, want de leiders van deze ondeugende vermaak paleizen inspecteren de benen van de bekoorlijke danseressen even zorgzaam als de opzet van de decors. Joop slaagde glansrijk voor deze zware examens. Hij keerde naar Nederland terug voor het vervullen van even belangrijke, vaderlandse opdrachten. Joop ontwierp de decors voor één van de zeldzame goede vooroorlogse Nederlandse films, voor „de Spooktrein", waarin Jan Mus zijn rijke acteurstalenten ontplooide. En hij stichtte ook een reclamebureau, waar acht werknemers zich beijverden om „baas Joop" te steunen bij diens ideeën en zakelijke activiteiten. Het korps van werknemers is sindsdien gegroeid tot de honderdvijftig personeelsleden, die momenteel Dollywood bevolken.

Toekomstplannen
De tweede wereldoorlog deed Joops reclamebedrijf danig slinken. Hij bezette een klein en stoffig atelier in Amsterdam en vulde zijn overvloedig toegemeten vrije tijd door wat te “spelen" met een camera, enkele lampen en een stel poppen. Zo vervaardigde hij gedurende de barre oorlogstijd de eerste poppenfilm, welke later gevolgd zou worden door een reeks van filmische poppenavonturen, die miljoenen bioscoopbezoekers in tienduizenden theaters over de gehele wereld geboeid zouden volgen. Het werd 1945, de Duitse laarzen dreunden niet meer op de Nederlandse straatkeien en Joop werd door de bevrijders van zijn stoffige appartement bevrijd voor een heerlijk en opwindend leven. Hij reisde naar het hoofdkwartier van het Amerikaanse leger te Brussel, werd er voorspoedig tot luitenant verheven en organiseerde shows en luisterrijke feesten. Ook ontwierp hij er de decors voor de leger-shows, die langs de grote Europese steden reisden. Terwijl tijdens de feesten de kurken van de champagneflessen knalden, peinsde Joop Geesink over een nieuw, stoutmoedig plan: het stichten van een eigen filmstudio. In 1946 verrees aan de modderige Duivendrechtsekade in Amsterdam een klein gebouw. „Dollywood“ meldden zwierige, op de gevels geschilderde letters. Nu, veertien jaren later, is Dollywood tot een klein Hollywood geworden. Men vindt er rond de „Dollywood Avenue" een bonte verzameling van studio's, opslagplaatsen en kantoren. En men vindt er (soms) Joop Geesink, die het verleden veel minder belangrijk acht dan de toekomst. Over die toekomst wil hij graag vertellen met een mitrailleurvuur van woorden, drukke gebaren, steeds wisselende gelaatsuitdrukkingen en zo nu en dan een fikse klap van een mollige vuist op het bureaublad. „De televisie," betoogt hij, “gaf Dollywood een snelle „lift", men smeekt om goede reclamefilms voor de televisie. Ik moet uitbreiden, al maar uitbreiden. Binnenkort vestig ik kantoren en ateliers in andere landen, in Rome en Wenen en later in andere wereldsteden. Over drie jaar beleven we een „ big boom", een hoogtepunt, dan zal de televisie een eindeloze stroom van reclamefilms eisen. Ik bereid mij daar nu al op voor. Of ook Nederland de commerciële televisie zal invoeren? Wis en waarachtig. Goede televisie is zonder de steun van reclame ondenkbaar. Ik kan het weten, ik bestudeer zorgzaam de buitenlandse televisieprogramma's. Soms zit ik in Amerikaanse hotelkamers per dag acht uur voor het beeldscherm. Het Is vermoeiend, maar leerzaam."

Film voor Life
Joop Geesink is door zijn wereldreizen tot een breed schouwend zakenman geworden. Vraag een Nederlandse zakenman naar de prijzen van zijn producten en tien tegen één staart hij U verbaasd, geschrokken en onwelwillend aan. Zo niet Joop Geesink. „Je wilt de prijs weten van mijn duurste film? Oké: een half miljoen gulden. Ik maakte de film voor Life, het Amerikaanse tijdschrift met de miljoenen-oplaag. Wat een film! Het ontstaan van het leven op aarde werd erin uitgebeeld. Een machtige opdracht. En mijn goedkoopste film? Tweeënhalf duizend gulden." verklaart Joop Geesink zonder enige terughoudendheid. Door de vervaardiging van televisiefilms is de productie van poppenfilms voor Dollywood minder belangrijk geworden. De televisie reclamefilms zijn kort, de bewegingen van poppen zijn te traag om in enkele seconden de „reclameboodschap" aan te kijkers duidelijk te maken. Geen poppen dus. Joop Geesink en zijn helpers spelen daardoor meer met industriële producten dan met poppen. Een industrie wil haar in handzame doosjes verpakte product op de beeldschermen populair maken. De ideeën-ontwerpers van Dollywood bestuderen het handzame doosje, laten het door hun handen glijden, leggen het plat en zetten het rechtop voor zich, laten het wandelende bewegingen maken; zij praten over het doosje, knikken goed- en afkeurend en tijdens hun langdurige beraad rijpt de idee, Het pakje wordt tot een paradesoldaat, het stapt parmantig langs een rij van wapperende vaandels, links-rechts, links-rechts, op de tonen van schetterende marsmuziek. Plotseling opent zich de klep van het pakje, ofte wel de mond van de paradesoldaat. Luidkeels roept het pakje met op- en neerslaande klep het op zijn eigen kartonnen buik geschreven handelsmerk. En duizenden huisvrouwen besluiten - zo heeft de ervaring het geleerd - braaf, de volgende dag zo’n pakje te bestellen. Het betreffende product is „met vlag en wimpel" de huiskamers binnen gemarcheerd. (lees verder onder de afbeeldingen)

Joop Geesink Oppepo van Dollywood

(fotobijschrift) Boven: Joop Geesink, de opperpop (Superpop) van Dollywood, die deksels goed laat merken dat hij de man is die aan de touwtjes trekt. Zijn werkterrein: de wereld. Onder: Een opname uit een reclame film van circa dertig minuten voor Philips. Deze instrumenten uit een symfonieorkest bespelen zichzelf.

Joop Geesink Oppepo van Dollywood

(fotobijschrift bij straat-scene) Voor elke seconde film moeten de poppen vierentwintig maal van houding veranderen. Bij een totaalbeeld van een straat betekent dit, dat twee mannen na iedere opname ruim een uur werk hadden om mensen en auto's aan te passen.

Joop Geesink Oppepo van Dollywood

Prijzenstaalkaart
Reclamefilms te zien opnemen met poppen of doosjes of wat-dan-ook als acteurs is voor de leek een merkwaardige belevenis. Wat een eindeloos geduld moeten de filmmannen uit Dollywood bezitten! De slechts handgrote poppen moeten de toeschouwers in de bioscoopstoelen doen geloven, dat zij werkelijk lopen, met armen zwaaien, knielen. lachen, eten en praten. Beeldje na beeldje worden daartoe de films opgenomen; voor slechts één seconde film moeten de poppen, doosjes of wat-dan-ook vierentwintig maal van houding worden veranderd. Drieduizend beeldjes vormen samen slechts zestig meter film. Een poppenfilm van drie minuten vergt drie maanden van harde arbeid. De personeelsleden van Dollywood vertegenwoordigen een rijke verscheidenheid aan beroepen' tekstschrijvers, tekenaars, artdirectors (regisseur), animators (zij bepalen de bewegingen van de poppen) decorbouwers, poppensnijders, kapsters, metaalbewerkers, costumières, houtbewerkers, schilders, smeden, timmerlieden, lassers, decorateurs, elektriciens, geluidstechnici en laboranten. Buiten vast dienstverband ijveren ook nog componisten, musici en commentatoren uit alle landen voor het welslagen van de Dollywood-films. Voortdurend zijn er ongeveer veertig films in productie voor opdrachtgevers uit Nederland, Amerika, Engeland, Duitsland, Zweden, Italië, Canada, België, Oostenrijk en Latijns Amerika. Het reclamefilmbedrijf beschikt over zestien camera's, per dag neemt een camera anderhalve meter bruikbare film op. Bij elke camera behoort een „unit" een groep van werkers, die geleid wordt door de artdirector. Tot een unit behoren voorts een cameraman en diens assistent, een animator, een met lampen goochelende belichter en een jongeman, de „bühne-jongen", die kwiek moet reageren op de wensen van de andere unit-leden, een handig „manusje-van-alles" dus. De films van Dollywood verwierven zich reeds meer dan zestig prijzen. Onlangs ontving Joop Geesink de Coupe de Venice, een prachtige bokaal, die voor een producent van reclamefilms de hoogst bereikbare onderscheiding vormt. Van de vijftien door Joop Geesink ingezonden films. werden er niet minder dan zeven bekroond. De wanden van Dollywood's directiekamer vormen de “prijzenstaalkaart", een lange reeks van medailles, plaquettes en op schrift gestelde loftuitingen getuigen van Geesinks vele successen op de filmfestivals. Joop Geesink is rijk aan prijzen, dank zij zijn ideeënrijkdom. Eenmaal moest hij een Engelse relatie een werkkopie van een film tonen. Zo’n werkkopie wedijvert wat betreft de krassen met een repetitiewerk van een HBS-er, waarop de verbolgen leraar met een reeks van forse potloodstrepen zijn ongenoegen over de slechte kwaliteit kenbaar heeft gemaakt. Joop Geesink wilde de relatie daarom diplomatiek voorbereiden op het veelvoud van krassen, kruisen en strepen in de werkkopie. Maar hoe? Plotseling was er de idee. “Beschouw mij,” zei Joop, “als een kleermaker.... u moet voor de eerste maal passen. Het kostuum bezit nog geen revers, geen knopen en het is doortrekken van witte stiksels. Wel, mijn werkkopie ziet eruit als een kostuum tijdens de eerste pas...." De Brit zag de werkkopie en dacht er het zijne van. Later, toen de film gereed was, zond hij een telegram met de volgende juichende regels: „Kostuum past uitstekend. Bedankt! Denk vast over een zomerpak."
JOOP TERMOS.

Open elke afbeelding in een nieuw beeldvullend venster:

Page-1

Page-2

Page-3

bron: de Revue - nr 6, februari 1961.