Joop Geesink - beknopte biografie - deel 3 (slot)

(1957 - 1984)

De naam Dollywood heeft wereld faam. Joop Geesink kijkt verder en zoekt continuïteit.

12 - Reizende Ster

Kostbaar

Productie van animatiefilm is een kostbare aangelegenheid. Poppenfilm maken is nóg duurder. Gelukkig heeft Geesink een afdeling gericht op live-action: Starfilm. De meeste opdrachten zijn bioscoopcommercials en tv-commercials voor landen waar commerciële tv intrede doet.

Vanwege de snellere productietijd en dus de lagere kosten, neemt het aandeel in speelfilm-commercials aanzienlijk toe. De animatieafdeling verzorgt voor talrijke speelfilmproducties geanimeerde onderdelen. Vaak blijft het beperkt tot een bewegende titel of een verpakking dat zich opent. Toch heeft Joop Geesink met deze combinatie een uniek verkoopargument. Te meer omdat alles in eigen huis wordt gemaakt. Er ontstaat een grote rivaliteit tussen de live-action-afdeling en de poppenfilmstudio. Live-actionfilmers vinden poppenfilm maken kinderachtig en omgekeerd beschouwen de animatiefilmers het maken van speelfilm niet als een volwaardige kunstvorm.
Feit blijft dat de speelfilmopdrachten voor steeds grotere omzet zorgen en dat de animatie een visitekaartje is waarmee Geesink bij klanten kan binnen komen. Zodra een klant hoort hoe duur poppenfilmproductie is, heeft Joop met zijn watervlugge geest een alternatief plan klaar en biedt een live-action variant aan. Daarmee behoudt hij de klant.

De naam en faam van Joop Geesink verspreidt zich wereldwijd. Hij is in de reclamewereld al lang geen 'rijzende ster' meer. Hij schiet als een komeet omhoog.

Prijs en Prijzen

Ondanks de stevige productieprijs die de klant betaalt voor een poppenfilm, heeft dit medium het grote voordeel van onderscheidend vermogen. Poppenfilms hebben een enorme aantrekkingskracht op het publiek en de ingebouwde reclameboodschap wordt geslikt. Dollywood maakt internationale furore met de poppenfilms. Grote Nederlandse opdrachtgevers zijn o.a. Philips, waarvoor minstens 8 films van minimaal 10 minuten worden gemaakt en het Nederlands Zuivel Bureau (NZB) met vele Dutchy-films. Geesink neemt ca. 80 internationale filmprijzen voor de poppenfilms in ontvangst. In landen als Duitsland, Italië de Verenigde Staten en zelfs in het Midden-Oosten worden de poppetjes uit Amsterdam ingezet voor reclame.
De gewonnen filmprijzen zijn een mooie waardering en wekken de nieuwsgierigheid op van nieuwe potentiële adverteerders. Joop voelt zich als een vis in het water wanneer het gaat om ideeën bedenken. Soms schiet hij zo ver door in zijn ontwerpdrift, dat hij vergeet wat de reclameboodschap moet worden.
Medewerkers weten te vertellen wanneer hij terugkomt met een opdracht soms niet meer precies weet wat er is besproken. Het is de combinatie van zijn niet te stoppen fantasie, die nog sneller gaat na enkele glazen whisky. De creatieve chaos roept soms verontwaardiging op bij klanten die andere resultaten zien komen dan beloofd. Wederom biedt de snelle creatieve geest van Geesink dan uitkomst.

Niemandsland

Voor de moderne lezer is het interessant te weten dat het maken van een reclamefilm in vroegere tijd vaak buiten het werkgebied van het traditionele reclamebureau viel. In de jaren '40 en '50 waren de reclamebureau's voornamelijk gespecialiseerd in drukwerkadvertenties en -posters. Natuurlijk zijn in deze periode verschillende reclamebureau's bezig dit nieuwe medium te exploiteren. Toch valt de bioscoopcommercial in een stuk ‘niemandsland’. Er is lange tijd geen enkele georganiseerde dicipline die het maken van bioscoopreclame tot zijn/haar specialiteit maakt. Hier haakt Joop Geesink op in. Tegenwoordig zijn bij grote adverteerders alle media-uitingen op elkaar afgestemd en bestaan hiervoor gespecialiseerde bureau's.

Werkwijze

Joop Geesink bedenkt tussen de jaren '50 en '60 vaak koddige filmpjes, die in de bioscoop kunnen worden ingezet als voorfilmpje, maar ze worden geplaatst in het reguliere reclameblok. Bij Disney Studio's en Warner Brothers worden ontelbare korte films gemaakt die op gelijke wijze als voorprogramma worden ingezet.
De werkwijze van Joop is dat hij voor de realisatie van dit grappige verhaaltje een sponsor zoekt. Wanneer een beoogde sponsor niet geïnteresseerd is, past Joop het einde van zijn voorstel aan en gaat er mee naar de concurrent om het daar te proberen. Vaak levert dat succes op. Hoewel het verkopen van zijn filmideeën natuurlijk moeite kost, heeft Joop Geesink het voordeel van zijn flair, zijn aanstekelijke enthousiastme, die hij combineert met een razendsnelle wijze van schakelen. Wanneer de klant enthousiast is, is het voor Joop Geesink een uitdaging om de adverteerder te overtuigen dat hij in dit concept een vervolg moet maken. En nog één. En nog één. Dit ziet hij als een sport.

Eind jaren '50 vestigt zich binnen de Geesink Studio’s een eigen reclamebureau. Deze bedenkt niet alleen (poppen)films, maar biedt een volledig pakket aan reclamewerk. Vandrukwerk tot merchandising. Een ontwikkeling die hier parallel aan loopt, is dat de traditionele reclamebureaus inmiddels ook inzien dat bioscoop en TV-reclame tot hun dienstenpakket behoort. Er ontstaat een nieuwe situatie. Dollywood is naast uitvoerder als filmstudio nu ook bedenker van reclameconcepten. Daarmee is Dollywood een concurrent voor zijn eigen klanten. Dit levert niet zelden een gespannen situatie op tussen de klant als reclamebureau en Geesink die zelf ook als reclamebureau opereerde. Meerdere opdrachtgevers gaan op zoek naar studio’s die animatie kunnen maken en niet-concurreerden. Dit gaat ten koste van de klanten van Dollywood.

Reclamevakblad Ariadne (1956).

Voor Mackeson stout bier maakte Joop Geesink's Dollywood tientallen commercials

13 - Uitbreiden van succes

Op zoek naar meer succes

Het merendeel van de klanten zal tevreden terugkijken op de verstrekte opdrachten aan Geesink. Zijn films maken een enorme impact op het publiek en de verkoop van het geadverteerde product stijgt. Reden voor Joop om op een succesvolle campagne voort te borduren. Hij is niet alleen de filmproducent, maar tevens het reclamebureau die de concepten ontwikkelt. Voorbeeld van een succesvolle serie "Mackeson" commercials. Er worden tientallen sport-activiteiten met deze bierflesjes verfilmd.
Ongeveer 60 films van een halve of hele minuut laten bierflesjes tot leven komen. Vast gegeven: één van hen is een etiketloos 'sukkeltje'. Zodra een toeschouwende bierfles de merknaam uitroept, verandert het sukkeltje in een bierfles met superkracht. De populariteit van deze serie was duidelijk merkbaar, tot in de voetbalstadions in Engeland. Wanneer een team niet presteerde, roepen de supporters “Mackeson!”. Gedurende de looptijd van deze campagne vliegt de omzet van de betreffende producten omhoog. In de jaren '50 en '60 wordt een reclamefilm veel langer ingezet dan tegenwoordig. Sommige films worden maanden achtereenvolgens vertoond.
In de Verenigde Staten zijn Beechnut en Ballantine en voorbeelden van herhaald succes. Een groot voordeel van series is dat veel ontwikkelingskosten al zijn gemaakt en de klant weet wat er verwacht kan worden.

Naast de korte reclameproducties blijft Philips vaste klant met zowel opdrachten voor korte producties als langere prestige films, zoals Prins Elektron (1955). 

De studio is doorlopend op zoek naar nieuwe medewerkers. Zowel creatieve medewerkers als administratieve. Rond 1955 heeft de studio 150 personeelsleden.

Prins Elektron (1955).

Dollywood draait dolzinning voor reclame-TV-in toekomst. (1959)

Joop Geesink controleert een poppenflmset (1960)

ZKH Prins Bernhard wordt door Joop Geesink rondgeleid door Dollywood (1962)
Bron: 1962-Prins-Bernhard-bij-Dollywood-Studio's-Joop-Geesink,-Noord-Hollands-Archief,-collectie-Fotopersbureau-De-Boer,-nr-NL-HlmNHA_1478_00466K00_07

Joop Geesink verschijnt regelmatig in landelijke magazines (1961).

14 - Vernieuwing

Het gaat maar door

Een positieve stimulans is de release van The Traveling Tune (1961). Deze Philipsfilm van 10 minuten wordt in de zgn. paperdolltechniek gemaakt onder leiding van Max Keuris. De papieren poppen van Jacques van de Boom en de animaties van Günther Mandle zorgen voor lovende recensies. Nieuwe opdrachten voor deze techniek volgen.
Met deze techniek heeft Joop Geesink eindelijk een alternatief voor de kostbare poppenfilms. De vormgeving is eenvoudiger, herkenbaar en goedkoper in realisatie.
De inzet voor de Nederlandse filmindustrie gaat niet ongemerkt voorbij. In 1964 ontvangt Joop Geesink een lintje in de Orde van Oranje Nassau.

Weer een Philips jubileumfilm

Philips is nog steeds trouwe klant. Naast enkele kortere films voor o.a. de Amerikaanse markt, volgt een nieuw jubileum van Philips: 75 jaar. Dit jubileum wordt gekoppeld aan het thema "muziek", omdat Philips zich nadrukkelijk manifesteerde als producent van muziekdragers en spelers. Het jubileum wordt gevierd met een fantastische productie in poppenfilm van 10 minuten: Philips Cavalcade – 75 Years of Music. Met alle toeters en bellen. De film komt in 1966 uit. Het is de state of art van die tijd. Artdirector Max Keuris krijgt de creatieve leiding en Cor Icke verzorgd de fraaie animaties.

Fragment uit "Story of Light" (1954)

Fragment uit "Light and Mankind" (1954)

Introductie 'paperdoll techniek' (1961)

Bij wijze van demonstratie is een portret gemaakt van Joop Geesink in de 'paperdolltechniek'. (1966)

Still uit Philips Cavalcade - 75 jaar muziek (1966)

Still uit Philips Cavalcade - 75 jaar muziek (1966)

15 - Groter groeien en verder

TV-Piraat

Begin jaren ’60 ontstaat de commerciële televisie in Europa. Frankrijk, Italië, Duitsland gaan Nederland voor. Joop Geesink heeft voor de Verenigde Staten al ontelbare filmpjes geproduceerd en wil de TV-reclame in eigen land ook aan zich binden. Nederland heeft de eerste “tv-piraat”: het REM-eiland dat tv-programma’s uitzendt met reclame. Joop Geesink is grote voorstander van dit concept omdat hij een nieuw distributiekanaal ziet voor zijn poppenfilms. In een interview zegt hij: "Laat deze zender maar komen, ik heb al 4000 films klaar liggen." Hij suggereert dat alle eerder gemaakte reclamefilms geschikt zouden zijn voor uitzending. De TV-zender richt zich op de Nederlandse markt, waar commerciële TV verboden is. Het REM-Eiland kan bestaan dankzij een hiaat in de wetgeving. Het TV-station heeft geen lang leven. Het is operationeel van augustus t/m december 1964. 

Geesink maakt naam met de poppenfilms, maar maakt winst met de 'speelfilm' commercials (live action). Helaas is het onderscheidend vermogen met de concurrentie niet voldoende en verdwijnen langzaam aan steeds meer klanten naar de concurrentie. Joop realiseert zich dat hij wat anders moet bedenken en met iets totaal nieuws moet komen om zijn inkomsten te garanderen.

In 1967 is officiële reclame op de Nederlandse TV een feit. Voor de eerste uitzenddag zijn 38 spots ingepland, waarvan 12 uit de Geesink studio’s komen. Dagelijks recenseert de krant deze nieuwe commercials alsof het tv-programma’s zijn. De Geesink Studio’s krijgen goede cijfers. Dit leidt tot vervolgopdrachten. Er ontstaat een grote concurrentie in aanbieders die TV-reclamefilms maken: speelfilm, tekenfilm en poppenfilm de kwaliteit van de concurrentie verschilt, maar Joop Geesink ziet dat hij naast he maken van de 'wegwerp' films iets moet ontwikkelen wat blijvend is, waarmee hij ook een stuk continuïteit maakt. Hij laat in een interview eens ontvallen dat hij die poppen eigenlijk helemaal zat is en dat hij wat groters wil doen. Of dat nu zo goed is voor zijn klandizie is de vraag.

Joop Geesink bekijkt vanuit zijn oude kantoor de nieuwbouw studio (1965)

Joop Geesink op zijn kantoor (1965). Door het raam, achter hem is de nieuwbouw zichtbaar van het nieuwe studio-complex. (1966)

  Joop Geesink legt met dochter Louise Geesink de eerste steen voor nieuwe Geesink-studio's (maart 1965)

Koninklijk bezoek

Eind jaren ’50 is Joop Geesink uitgegroeid tot niet alleen een Bekende Nederlander, hij is werkelijk iemand die het imago heeft van filmmagnaat. Vanwege de enorme verkopen die hij in het buitenland realiseert, vloeit er veel vreemd valuta naar Nederland en daar profiteert de fiscus ook van. Zeker voor een land in wederopbouw na een grote oorlog is deze geldstroom welkom. Joop Geesink ontvangt de prestigieuze “Exportprijs” minimaal 1 keer, mogelijk meerdere jaren.

De combinatie van deze geldgenerator en de aansprekende romantische sfeer die er altijd heerst rond filmmakers, zorgt ervoor dat leden van het Koninklijk huis zich graag laten rondleiden door de studio. Prins Bernhard bezoekt de studio in 1961 en zal in 1966 de officiële opening verrichten van de nieuwbouw studio. Op andere gelegenheden komen (kroon)prinses Beatrix en prins Claus ook kijken.

Mega Studio

De tijd nodig is ook op de Nederlandse TV te krijgen, vult Joop met het ontwikkelen van nieuwe plannen. Hij heeft in de Verenigde Staten Disney World gezien. Op dat concept broedt hij door... 

De studio aan de Duijvendrechtsekade is een aaneenschakeling geworden van losse gebouwtjes, onderling verbonden met een wirwar van gangen, uitbouwsels en overkappingen. Verder is het aanbod van diensten enorm gegroeid en is het niet meer representatief hoe de studio er nu uitziet. Tijd voor een nieuwe studio.
Vol trots wordt in 1966 aan de W.J. Wenkenbachweg een moderne en grote studio door Prins Bernhard geopend. Deze opening is op 28 april, Joop’s verjaardag. De studio wordt in de pers gepromoot als het grootste multi-media bedrijf van Europa. In dit gebouw kan werkelijk alles gemaakt worden!

Een deel van de oude Dollywood studio's op de voorgrond, het nieuwe complex op de achtergrond. (1966)

Splinternieuwe Joop Geesink Studio's (exterieur) "De grootste studio van Europa" - (1966)

youtube

Bioscoopjournaal over opening nieuwe Joop Geesink Studio's - 1966.

Joop Geesink (L), Wim Geesink (M), ZKH Prins Bernhard (R)
Bron: 1966-Prins-Bernhard-bij-Geesink-Artist,-Nationaal-Archief,-Fotocollectie-Elsevier,-nr-2.24.05

In verschillende media wordt over Joop Geesink gesproken als "De Duivendrechtse Disney" - De Spiegel 1966

16 - Beter dan Disney world

Grootste plan ooit

De creatieve ideeën blijven borrelen. Joop's grootste plan ooit rijpt al vanaf 1962 en krijgt vorm. Vanaf 1964 maakt Joop Geesink zijn plannen wereldkundig. Hij gaat zijn bakens verzetten naar Holland Promenade. Een themapark met gesponsorde paviljoens.
Joop gaat helemaal in het plan op. Hij realiseert zich dat de hausse van poppen- en tekenfilm van voorbijgaande aard is en wil een andere financiële steunpilaar klaar hebben staan.
Het concept van het attractiepark, nabij Amsterdam, is dat hij heel Nederland op schaal laat zien. Iedere “stad” binnen het park wordt gesponsord door een commerciële onderneming. Enkele voorbeelden: nabij Rotterdam komt een reclamepaviljoen van Shell-Oil. Bij Amsterdam eentje van de KLM, en bij Gouda wordt de Hollandse kaas gepromoot. Educatief en commercieel samen. Mooier dan het cultureel oppervlakkige Disney World (1955), vindt Joop, omdat Disney alleen maar amusement biedt.

Het park moet ook een grote klant worden van zijn eigen filmstudio’s. Daarom bedenkt Joop Geesink dat de toeristen ook met multi-media-effecten moet worden overrompeld. Dit park zou een doorlopende bron zijn voor nieuwe films die ter plaatse worden vertoond, maar ook als afgeleide. Geesink heeft voor dit doel aparte bedrijven gestart: Joop Geesink Special Projects en Geesink Artists N.V. Hij richt zich ook op het ontwikkelen van andere attractieparken en projecten in binnen- en buitenland. Weer een andere afdeling van zijn holding gaat zich toeleggen van het promoten van de mascotte die Holland Promenade moet krijgen: Rick de Kikker.
Een enorme en dus kostbare maquette wordt van het park gebouwd waarin van alles beweegt en rijdt. Bij de opening van de nieuwe studio krijgt het schaalmodel van Holland Promenade een vaste presentatieruimte en de pers stroomt toe. De pers is echter negatief. Het wordt op calvinistische wijze als een 'pretpark' afgeschilderd.

Huisvesting voor het park is vanwege inspraakprocedures niet te verkrijgen en de sponsors haken af. Het komt niet van de grond.
Ook buitenlandse park-projecten lopen vast door diverse oorzaken. Bijna twee miljoen gulden verdwijnt in de vuilbak.

De poppenfilmafdeling van Joop Geesink Studio's het moeten doen zonder Joop’s intensieve en stimulerende sturing. Concurrentie in de filmindustrie rukt aan alle kanten op.
Het Geesink-imperium wankelt.

Joop Geesink had ambities voor een themapark "Holland Promenade". Weekblad "Revue" is positief gestemd. (1966)

17 - Nekslag

Liquiditeitsproblemen

De nieuwe studio brengt forse liquiditeitsproblemen met zich mee. Waar eerst alles groter en mooier moest, wordt nu aan alle kanten gesnoeid. Eerst in de productiekosten. Films moeten goedkoper, simpeler worden gemaakt. Vervolgens gaan er tientallen medewerkers de deur uit. Hoewel Joop nooit iemand persoonlijk ergens voor heeft bedankt, doet dit hem pijn. Grote donkere wolken boven zowel Dollywood, Starfilm én Geesink Artists. Ook de commerciële televisie levert in Nederland niet het rendement op die was verwacht. Vanaf 1967 wordt zeer beperkt geadverteerd op één Nederlandse tv-zender.
Gebrek aan financiële continuïteit zorgt voor de nekslag van Dollywood in 1971. De kranten maken melding van Geesink’s faillissement.

Dit doet de mens achter de Duivendrechtse Disney natuurlijk pijn. Maar vlak voor de studio definitief op slot gaat, Laat Joop Geesink zich interviewen en fotograferen. Te midden van zijn mislukte maquettes. In een artikel uit de PANORAMA wordt een heel ander beeld afgeschilderd van de man die tot voor kort steevast de succesvolle zakenman/filmmagnaat zou zijn.

Foto uit de Panorama (week 39) 1971.

Op 28 augustus 1971 maakt het Parool uitvoerig melding van het faillissement van Joop Geesink's Dollywood.

18 - Ontslag en Loeki de Leeuw

Reddende engel

Alle narigheid ten spijt, Philips blijft als klant trouw en dient zich nu wederom aan als reddende engel. Achter de schermen wordt koortsachtig overlegd. Het is niet alleen Joop Geesink die als filmproducent moeilijke tijden doormaakt. Collega Marten Toonder drijft vrijwel geheel op de inkomsten uit de stripverkoop. Er ontstaat een nieuw consortium voor een groot deel gefinancierd door het Philips Pensioenfonds. Het eens zo ambitieuze nieuwe studiocomplex wordt in 1971 verlaten om ruimte te maken voor Philips kantoren. De filmproductie van Geesink wordt in een dramatisch afgeslankte bezetting ondergebracht in de bijgebouwen van Kasteel Nederhorst in Nederhorst den Berg. Daar is ook de tekenfilmstudio van Marten Toonder. Een samenwerking met Cinetone studio’s maakt een doorstart mogelijk. Van de 150 poppenfilm medewerkers zijn er nog maar 15 over.
In tegenstelling tot de eerdere samenwerking in 1941, staat dit keer de naam van Marten Toonder vooraan: Kranten maken melding van de Toonder-Geesink producties

1973 Dollywood verhuizing Kontekst

Studio verhuizing Kontekst, 21 februari 1973

Joop Geesink ontslagen

Binnen de lange rij van ontslagen valt één naam op: Joop Geesink. Hij doet in deze nieuwe formule niet meer mee. Op papier beschikt hij nog wel over de namen van Dollywood, Starfilm en Joop Geesink Special Projects, maar dit zijn lege firma’s. De nieuwe studionaam heet (daarom) geen Toonder-Joop Geesink studio's maar Toonder-Geesink studio's.

Mainzelmännschen

Joop Geesink werkt nu vanaf huis aan de J.J.Viottastraat te Amsterdam. Hij wordt bijgestaan door zijn zoon Rob, dochter Louise en een tweetal freelancers.
Zijn motto is “nooit achterom kijken!”. Hij tekent weer en broedt op plannen. We zijn aangeland in de periode 1972. De nieuwe Toonder-Geesink studio’s maken behoorlijk veel opdrachten voor de STER-reclame. Toonderstudio's had zich toegelegd op tekenfilm en liveaction commercials. Daarnaast beschikte de studio over een succesvolle strip-afdeling waar onder andere Tom Poes en Bommel werden getekend. In de vijf jaar dat reclame op de buis is, groeit het aantal reclameblokken van de STER, de enige zendgemachtigde in Nederland die reclameboodschappen mag uitzenden.
Geesink bedenkt en ontwerpt enkele commercials, waarvan diverse in poppenanimatie. De realisering wordt nu exclusief uitbesteed aan de externe productiemaatschappij.

De Duitse TV heeft ook reclame en daar worden de commercials onderling verbonden door tekenfilmfiguren met de naam Mainzelmännchen. Ze beleven korte avonturen.

Loeki de Leeuw

Op basis van dit beeld ontwikkelt Geesink een typisch Nederlandse tegenhanger. Loeki de Leeuw wordt aan de directeur Chris Smeeskens geïntroduceerd. Hij ziet dit wel zitten en laat in series van 30 stuks de grappen aanleveren. Ieder filmpje duurt 4 seconden. De eerste uitzending is in 1972. Loeki de Leeuw is een vrije en geestige interpretatie van de leeuw die we vinden in het Rijkswapen van Nederland. De introductie van dit figuurtje is een verademing voor vele TV-kijkers.  Na korte tijd en enkele series verder heeft Loeki een grote populariteit verworven onder het Nederlandse publiek en mag hij alle reclameblokken aankondigen en uitzwaaien. Voor de Toonder-Geesink studio is Loeki een geschenk uit de hemel. Door de afgeslankte bezetting krijgt de studio hier een belangrijke financiële basis. Loeki groeit uit tot een serie die na de dood van Joop Geesink nog jaren zal doorlopen.

Toonder Studio's gevestigd in Kasteel Nederhorst, Nederhorst den Berg (1971). Hier is tevens de receptie van beide studio's.

De poppenfilm-afdeling van Geesink Studio's gevestigd in het Koetshuis pal naast kasteel Nederhorst den Berg (1971).

Het eerste ontwerp van Loeki de Leeuw had een volledig ander uiterlijk dan de latere Loeki. (1972)

Loeki de Leeuw maakt een come back (2020)

Loeki de Leeuw en Rosie op omslag van TV-magazine (1979)
Foto: Paul Levitton en gepubliceerd met zijn welwillende toestemming.

youtube

Filmjournalist Simon van Collem ( 1919 - 1989) spreekt met Joop Geesink (1913 - 1984) over zijn werk, leven en toekomst.

19 - Efteling

Lesje geleerd

Joop heeft geleerd van zijn Holland Promenade debacle. Hij zal nooit meer een attractiepark bedenken of willen opzetten. Hij was twintig jaar eerder, in de beginjaren ’60, zijn tijd ver vooruit. We zijn beland in het jaar 1983. Nederland heeft dan meerdere attractieparken. In Wassenaar adverteert Duinrell tot vandaag met een logo door Geesink ontworpen: Rik de Kikker.

Ervaring

Geesink heeft wel inzicht en kennis over attractieparken opgebouwd en dat brengt hem bij De Efteling. Daar zit de directie met een praktisch probleem. Een nieuwe attractie moet er komen, maar de voorgaande attracties (Spookslot en Python) gingen vér over het budget. Om geen bezoekers te verliezen, moet er snel iets komen en bovendien financieel degelijk. Het plan voor Carnaval Festival wordt door Geesink gepresenteerd. Van A tot Z een Geesink design. Het ontwerp leidt tot grote bezwaren van artistiek directeur Anton Pieck. Geesink belooft de attractie tijdig op te leveren en geen cent over het budget te gaan. Dit geeft de doorslag. Pieck geeft zijn fiat. Lees hier de ontstaansgeschiedenis van Joop Geesink's Carnaval Festival op de Eftepedia.

Joop Geesink was ziek. Bij hem werd (long)kanker gediagnotiseerd. Maar Joop Geesink wist niet van ophouden. Hij bouwde eigenhandig een maquette van de attractie. Hij bleef tekenen en ontwerpen. Maar van de techniek die nodig was om de bezoekers in karretjes rond te rijden had hij niet veel benul. Dat deel werd door de medewerkers van de Efteling overgenomen.

Race tegen de klok

Joop werkt hard aan de realisatie van het plan. Hij merkt dat zijn gezondheid hem in de steek laat. Joop is net de 70 gepasseerd maar doet het niet rustiger aan. Zijn werktempo is hoog.

De bouw vordert.

Filmjournalist Simon van Collem ( 1919 - 1989) spreekt met Joop Geesink (1913 - 13 mei 1984) over zijn werk, leven en toekomst. Deze opname is uit winter 1983/84, kort voor de opening van Joop Geesink’s Carnaval Festival in De Efteling. Deze TV interview zou Geesink’s laatste optreden voor de camera worden.

Koffiekamer

Joop Geesink wordt opgenomen in het UMC ziekenhuis. Hij is fysiek versleten. In de koffiekamer van het ziekenhuis werkt Joop de laatste details uit van zijn attractie. Tekent ontwerpen voor nieuwe Loeki grappen en draagt de zorg voor zijn bedrijf en geesteskind Loeki over aan zijn dochter Louise.

De beoogde opening van de attractie op 1 april werd niet gerealiseerd. 

Op 13 mei 1984 overlijdt Joop Geesink in het UMC op 71 jarige leeftijd. Hij heeft zijn Carnaval Festival niet meer mee mogen maken. Enige tijd na zijn overlijden, op 1 juni 1984, werd door weduwe Irene Geesink-Mitchell, de attractie officieel geopend.

Broer Wim Geesink blijft tot augustus 1984 commissaris van de Geesink-bedrijven en treedt dan terug. Wim Geesink heeft vijftig jaar in dienst gestaan van zijn broer en diens werk.

Dochter Louise Geesink is nu directeur van Dollywood en zet het project Loeki de Leeuw nog jaren voort. In 2004 stopt Loeki op de TV. Niet wegens gedaalde populariteit. De zendtijd die nu aan Loeki wordt besteed, kan voordeliger aan de groeiende markt van tv-adverteerders worden verkocht. Bovendien bespaart de STER op deze wijze alle productiekosten. Loeki heeft in Nederland de tv-reclame acceptabel gemaakt, maar die reclame heeft Loeki ook zijn baan gekost.

“Asjemenou!”

Loeki de Leeuw wordt door Louise Geesink toegevoegd aan het Joop Geesink Carnaval. Maar omdat de bekendheid onder het jeugdige publiek afneemt doordat Loeki niet meer op TV verschijnt, worden de Loeki poppen later verwijderd. Hiermee lijkt het definitieve einde van Joop Geesink's geesteskind.
Maar niets is minder waar. Het zal duren tot 2021 dat door een samenloop van omstandigheden Loeki de Leeuw éénmalig terugkeert op de Nederlandse STER-reclame. Het succes van deze 'eenmalige vertoning' is immens. Dankzij lobbywerk van de inmiddels hoogbejaarde oud-directeur van de STER, dhr Chris Smeekes, een handtekeningenactie van een stel bekende radio-presentatoren en de niet-aflatende inspanning van Louise Geesink, keert Loeki de Leeuw weer terug als vaste personage op de Nederlandse televisie. Precies zoals de directeur al had voorgerekend: het kost een hoop geld om te maken, maar het verdient zich dubbel en dwars terug door betere kijkcijfers. De nagenoeg enige tekst die deze leeuw op televisie uitspreekt is passend. "Asjemenou!"

1980 Portret van Joop Geesink
Bron: NoordHollands-Archief,Fotocollectie-NL-HlmNHA_1478_11244K00_02 (1980)

Joop Geesink, Persconferentie 1984 - Efteling

Joop Geesink, Persconferentie Efteling-Pesofoto (1984 )

Joop Geesink Promenade 1984 - Efteling

Door Arie den Draak geschreven in 2013.
Volledig herschreven in 2025

Bronnen:

  • Louise Geesink - dochter van Joop Geesink
  • Meerdere (oud) Geesink medewerkers, Cor Icke, Harry Tolsma, e.a.
  • Tjitte de Vries en Ati Mul voor het boek “Joop Geesink – poppenfilmproducent” (1984)
  • EYE film, Amsterdam
  • J.W. de Vries “De Toonder Animatiefilms” (2012)
We use cookies

Wij gebruiken cookies op onze web site. Sommigen zijn essentieel voor het correct functioneren van de site, terwijl anderen ons helpen om de site en gebruikerservaring te verbeteren (tracking cookies). U kan zelf kiezen of u deze cookies wil toestaan of niet. Let op dat als u onze cookies weigert mogelijk niet alle functies van de site beschikbaar zijn.